Terug naar bibliotheek
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba

ECLI:NL:OGHACMB:2025:236 - Hof oordeelt: werknemer nam zelf ontslag, niet de werkgever - 30 september 2025

Uitspraak

ECLI:NL:OGHACMB:2025:23630 september 2025

Essentie

Een werkneemster die vanwege zorgtaken haar nachtdiensten niet meer kon vervullen, heeft zelf ontslag genomen. Het Hof oordeelt dat haar mededelingen en gedragingen voldeden aan de maatstaf van duidelijkheid en ondubbelzinnigheid en dat de werkgever voldeed aan diens onderzoeksplicht door contact te zoeken.

Rechtsgebieden

Civiel RechtArbeidsrecht

Uitspraak inhoud

BURGERLIJKE ZAKEN OVER 2025

UITSPRAAK: 30 september 2025

ZAAKNRS: CUR202403403 - CUR2025H00008

GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Beschikking in de zaak van:

[APPELLANTE], wonend in Curaçao, in eerste aanleg verzoekster, thans appellante, gemachtigde: mr. S.I. Da Costa Gomez,

-tegen-

de naamloze vennootschap POMPSTATION SANTA MARIA N.V., gevestigd in Curaçao, in eerste aanleg verweerster, thans geïntimeerde,gemachtigde: mr. J.E. Lovert.

Partijen zullen hierna (ook) worden aangeduid als [Appellante] en Pompstation Santa Maria.

De zaak in het kort

[Appellante] verrichtte als kassière werkzaamheden in dienst van Pompstation Santa Maria. Volgens [Appellante] heeft Pompstation Santa Maria haar op staande voet ontslagen. Zij verzoekt nietigverklaring van dat ontslag en loondoorbetaling. Volgens Pompstation Santa Maria heeft [Appellante] zelf ontslag genomen. Het Gerecht heeft het verzoek afgewezen. Het Hof beoordeelt de zaak in hoger beroep opnieuw en komt tot dezelfde uitkomst.

1 Het verloop van de procedure

1.1 Verwezen wordt naar de op 26 november 2024 uitgesproken beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao (hierna: het Gerecht). De inhoud daarvan geldt als hier ingevoegd.

1.2 [ Appellante] is van die beschikking (hierna: de bestreden beschikking) in hoger beroep gekomen door indiening ter griffie van een beroepschrift, met producties, op 7 januari 2025.

1.3 Op 14 augustus 2025 heeft Pompstation Santa Maria een verweerschrift ingediend.

1.4 Op 19 augustus 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. [Appellante] is in persoon verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Namens Pompstation Santa Maria zijn verschenen S. Jansen, statutair directeur, en G. Jansen, directievoerder, bijgestaan door de gemachtigde van Pompstation Santa Maria. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunten nader toegelicht en vragen van het Hof beantwoord.

1.5 Uitspraak is bepaald op heden.

2 De feiten

2.1 Het Hof gaat uit van de volgende feiten.

2.1.1 Pompstation Santa Maria exploiteert een pompstation dat 24 uur per dag, 365 dagen per week, open is voor het publiek. De werknemers werken daarom in ploegen- en wisseldiensten (schemawerk), te weten ochtend-, middag- en nachtdiensten.

2.1.2 [ Appellante] is op 28 februari 2011 in dienst getreden van Pompstation Santa Maria in de functie van kassamedewerkster op basis van een arbeidsovereenkomst, bestaande uit schemawerk en een 40-urige werkweek.

2.1.3 Op 28 november 2023 is [Appellante] bevallen. De eerste werkdag na haar zwangerschapsverlof was op 15 februari 2024.

2.1.4 Vanaf januari 2024 heeft er veelvuldig Whatsapp-contact plaatsgevonden tussen Pompstation Santa Maria en [Appellante] over haar terugkeer op de werkvloer en het schemawerk. Ongeveer twee weken vóór het einde van haar zwangerschapsverlof heeft [Appellante] aan Pompstation Santa Maria verzocht of zij in een andere functie kon worden geplaatst, omdat zij in verband met de zorg en opvang van haar pasgeboren baby geen mogelijkheid meer zag om nachtdiensten te draaien.

2.1.5 Aan [Appellante] werd meegedeeld dat er geen andere functie binnen het bedrijf beschikbaar was en dat het schemawerk een vast onderdeel was van haar dienstverband. Aan [Appellante] is voorgesteld een collega te benaderen met het verzoek om haar nachtdiensten te ruilen. Ook is aan [Appellante] de mogelijkheid geboden om één keer per week in het weekeinde een nachtdienst te draaien of één jaar onbetaald verlof te nemen.

2.1.6 [ Appellante] heeft in eerste instantie een collega bereid gevonden om haar nachtdiensten over te nemen, maar die heeft zich op het laatste moment teruggetrokken.

2.1.7 Op 14 februari 2024 stuurt [Appellante] via Whatsapp het volgende bericht aan Pompstation Santa Maria: [14-02-2024, 17:43:38] K: Simi no hanja hnd pa tra e 2 wardann dimi ei mita retira numa ku dolor nami kurason.

2.1.8 Op 26 februari 2024 berichten Pompstation Santa Maria en [Appellante] via Whatsapp onder meer het volgende aan elkaar: [26-02-2024, 11:16:17] PSM: Naja bon dia, bon siman Mi tin 2 afsprak tras di otro awe. Pero nos a tuma e desishon ku nos no ta bai wijk af for di principio nan di trabow I solicitud. E senora di SOAW a bisami ku e ora ei e keuze ta keda na abo pa bo buska e otro trabow pa bo hasi den dia, paso no tin lei pa lokual ku ta pasando, bo no a jame ni pasa serka dje. Nos no por wijk af pa un paso lo mester wijk af pa sobra tambe. Nos no ta bai hasi niun kambio na e warda nan. Bo mester regel pa bo traha bo warda normaal. Sorry Sorry Sorry [26-02-2024, 11:18:50] K: Bn dia meneer Jansen bn simn [26-02-2024, 11:20:48] K: No mino a yama ni bai personal paso meneer Jansen a bisa ku meneer Jansen ta bel i lagami sa i ku meneer Jansen ta bai konta e kosnn lagami sa ta kuantu sen [26-02-2024, 11:22:52] K: I tambe e trabou mi a tarda i nn a keda kla ku otro hnd [26-02-2024, 11:25:11] PSM: Si ela bisami mi mester pagabu bo vakantiedagen nan mas lokual ku bo a traha despues kunbo a kuminsa traha bek atrobe . [26-02-2024, 11:25:48] PSM: Esei mihor bo a pick up esei mas lihe [26-02-2024, 11:27:02] K: Mino ta bai hanja e trabou mas paso nn a keda kla [26-02-2024, 11:41:48] PSM: Ok dus keuze ta keda na abo pa buska un kos pa traha den dia of hasi bo warda normaal Nos no ta bai hasi niun kambio den nos operashon. [26-02-2024, 11:44:58] K: Si buska kos pa hasi den dia esei kiermen kumi ta wordu kita? [26-02-2024, 11:47:12] PSM: Naja bo mester traha bo warda nan normaal. Nos ta rooster bo in normal, bo ta traha bo warda nan manera semper esei nos ta ok ku ne. Nada otro. [26-02-2024, 11:50:23] K:Ok [26-02-2024, 11:51:43] K:Meneer Jansen si por, konte pami wak

2.1.9 Bij brief van 1 maart 2024 bericht Pompstation Santa Maria het volgende aan [Appellante]:

2.1.10 Vervolgens zijn op 6 maart 2024 tussen [Appellante] en Pompstation Santa Maria de volgende Whatsappberichten verstuurd: [06-03-2024, 10:40:19] K: Bn dia meneer Jansen Lo sigiente resando e karta a tuma nota ku mi lastu dia di trabou ta dia 29 maart. Dus meneer Jansen a kitami foi trabou Pero minonta mira e Cessatia ni e opzegtermijn skibi i esei ta nifika kumi no por firma e karta ahinda [06-03-2024, 10:41:40] PSM: Naja [06-03-2024, 10:42:03] PSM: Mi no ta kita niun persona for di trabow [06-03-2024, 10:42:12] PSM: Mi ta rooster bo in normaal [06-03-2024, 10:42:20] PSM: Bo warda nan normaal [06-03-2024, 10:42:34] PSM: Bo ta bin traha bo warda nan normaal [06-03-2024, 10:42:42] PSM: Nos ta ok ku esei [06-03-2024, 10:43:10] PSM: Si bo no por traha bo warda nan normal ta abo mester regel esei [06-03-2024, 10:43:45] PSM: Mi ta laga pone bo nomber riba rooster pa traha bo warda awe [06-03-2024, 10:43:48] PSM: Mes ora [06-03-2024, 10:44:35] PSM: Mi ta warda bo konfirmashon [06-03-2024, 10:44:52] PSM: Pa nos hinka bo number den rooster awe mes [06-03-2024, 14:27:45] K: Bn tardi meneer Jansen Meneer Jansen a saka karta pami di retiro ku fecha mita apstene na e karta i e sobra pagonn kumi tin ku hanja [06-03-2024, 14:28:49] K: Paso e asuntu di rooster ta bolbe bai birab un problema siendo kumi no ta bai hanja hnd fasil pa e asuntu ei [06-03-2024, 14:29:53] K: Kaminda semper nos kuta traha do tbt regla tur kos bn bn i awe a surgi un problema i ku meneer a saka karta pami sin tbt na nodi [06-03-2024, 14:30:27] K: Paso nos komo traha do semper a yuda otro sin ningun problema [06-03-2024, 14:32:22] K: A saka karta pami i mita asepta tur mi pago nn ku mi tin ku hanja serka boso [06-03-2024, 15:04:27] PSM: Naja bo karta ku bo kontesta ta serka SOAW sr Sabrine van Putten manera mi a bisabu, i riba su rekomendashon manda na bo paso manera mi a splikabu no tin lei pa e lokual ku ta pasando, Lokual ta den e karta ta lokual ku bo a bisa ku bo no por traha e warda di madruga i ku lo bo buska otro trabow i nos a forsa un warda den otro te 29 di Maart. Atrobe si bo bisami ku bo ta bon traha bo warda i rooster normall ta rooster bo in mes ora. Korda ku e problema no ta un problema di trabow ta un problema ku abo mester soluciona pa bo por bin traha normaal bo warda. Lagami sa via di app i tuma kontakto ku e sra Van Putten na SOAW. [06-03-2024, 15:41:47] K: Meneer Jansen a manda e karta pami di retiro mita hasi uzo dimi derechi i mita konorma ku e karta i e pagonn kuta para den lei

2.1.11 [ Appellante] heeft tot en met 26 maart 2024 bij Pompstation Santa Maria gewerkt. Hierna is zij niet meer op de werkvloer verschenen.

2.1.12 [ Appellante] stond op 28 maart, 29 maart, 1 april, 2 april, 3 april en 4 april 2024 ingeroosterd bij Pompstation Santa Maria.

2.1.13 Bij brief van 17 juli 2024 heeft [Appellante] de nietigheid van het (volgens haar) door Pompstation Santa Maria gegeven ontslag op staande voet ingeroepen. In dit schrijven werd door [Appellante] tevens een voorstel gedaan aan Pompstation Santa Maria voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden.

2.1.14 Per e-mailbericht van 6 augustus 2024 heeft Pompstation Santa Maria – kort weergegeven – aan [Appellante] medegedeeld dat zij niet op staande voet is ontslagen, en heeft zij in navolging van het verzoek van [Appellante] tot beëindiging met wederzijds goedvinden een tegenbod aan [Appellante] gedaan.

2.1.15 Pompstation Santa Maria heeft hierop geen reactie van [Appellante] ontvangen.

3 De beslissing in eerste aanleg

Bij de bestreden beschikking heeft het Gerecht het verzoek van [Appellante] afgewezen op grond van het oordeel dat Pompstation Santa Maria uit de mededelingen en gedragingen van [Appellante] heeft mogen afleiden dat zij de arbeidsovereenkomst zelf eenzijdig heeft beëindigd, omdat [Appellante] geen mogelijkheid zag het schemawerk nog uit te voeren.

4 De beoordeling in hoger beroep

4.1 Gezien het overgelegde bewijs van onvermogen zal aan [Appellante] toelating worden verleend om kosteloos te procederen.

4.2 Het Hof stelt het volgende voorop. Volgens vaste rechtspraak moet in het geval van een vrijwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer sprake zijn van een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer. Verder kan de werkgever onder omstandigheden een onderzoeksplicht hebben ten aanzien van de vraag of de wil van de werknemer daadwerkelijk op beëindiging van de arbeidsovereenkomst was gericht.

4.3 Partijen hebben gedebatteerd over de strekking van de brief van 1 maart 2024 (zie 2.1.9), die volgens [Appellante] een door Pompstation Santa Maria gegeven ontslag op staande voet inhoudt.

4.4 Uit de onder 2.1.10 weergegeven appwisseling van 6 maart 2024 blijkt dat [Appellante] de brief van 1 maart 2024 wil beschouwen als een ontslagbrief, mits zij de cessantia, het loon over de opzegtermijn en de niet opgenomen vakantiedagen uitbetaald krijgt. Pompstation Santa Maria antwoordt echter telkens dat de brief geen ontslag inhoudt maar alleen is geschreven als antwoord op het verzoek van [Appellante] naar het aantal openstaande vakantiedagen en het daarmee corresponderende geldbedrag. Dit naar aanleiding van haar overweging om met het werk te stoppen c.q. een andere baan te zoeken omdat ze geen nachtdiensten meer meent te kunnen draaien. Dat laatste sluit aan bij de appberichten van 14 en 26 februari 2024, zoals weergegeven onder 2.1.7 en 2.1.8, waarin [Appellante] mededelingen van die strekking doet.

4.5 De omstandigheid dat in de brief als laatste werkdag van [Appellante] 29 maart 2024 is vermeld, waarop [Appellante] heeft gewezen in het kader van haar betoog dat het een ontslagbrief betreft, heeft er volgens Pompstation Santa Maria uitsluitend mee te maken dat zonder een einddatum geen berekening van het aantal openstaande vakantiedagen en het daarmee corresponderende geldbedrag valt te maken. Het Hof acht dat een plausibele verklaring. Hier komt bij dat in de brief geen ontslagreden is vermeld. Aldus mocht [Appellante] de brief van 1 maart 2024 redelijkerwijs niet opvatten als een door Pompstation Santa Maria gegeven ontslag (op staande voet).

4.6 Naast de mededelingen van [Appellante] met de strekking dat ze overweegt om te stoppen met werken c.q. een andere baan gaat zoeken is [Appellante] na de brief van 1 maart 2024 gewoon blijven werken, hetgeen ongerijmd is met een door de werkgever gegeven ontslag op staande voet. Ze heeft doorgewerkt tot en met 26 maart 2024, zijnde betaaldag, en is daarna niet meer op het werk verschenen terwijl zij wel was ingeroosterd, zoals haar door Pompstation Santa Maria in de appwisseling van 6 maart 2024 herhaaldelijk is meegedeeld. Vervolgens heeft Pompstation Santa Maria [Appellante] verschillende keren gebeld en gepoogd via sociale media contact met haar op te nemen, om te vragen waarom ze niet op het werk verscheen maar nam [Appellante] haar telefoon niet op, belde niet terug en hield zich onbereikbaar, zoals tussen partijen vast is komen te staan.

4.7 Gezien het voorgaande heeft het Gerecht terecht geoordeeld dat Pompstation Santa Maria uit de mededelingen en gedragingen van [Appellante] redelijkerwijs mocht afleiden dat zij de arbeidsovereenkomst eenzijdig heeft beëindigd op 26 maart 2024, zich niet beschikbaar hield voor het uitvoeren van haar werk (zij was immers onbereikbaar voor Pompstation Santa Maria) en dat daarom aan de is voldaan.

4.8 Ook heeft Pompstation Santa Maria aan haar onderzoeksplicht voldaan door haar pogingen contact met [Appellante] op te nemen. Dat [Appellante] vervolgens het contact heeft vermeden, komt voor haar rekening en risico.

4.9 De conclusie luidt dat het hoger beroep tevergeefs is voorgesteld. De bestreden beslissing wordt bevestigd en [Appellante] wordt, als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van het hoger beroep van Pompstation Santa Maria veroordeeld. De kostenveroordeling wordt, zoals verzocht door Pompstation Santa Maria, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

BESLISSING:

Het Hof:

verleent [Appellante] toelating om kosteloos te procederen;

bevestigt de bestreden beschikking;

veroordeelt [Appellante] in de kosten van het hoger beroep van de Pompstation Santa Maria, tot op heden begroot op Cg 6.000,- ( 3 x tarief 5);

verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Aldus gegeven door mrs. E.M. van der Bunt, G.C.C. Lewin en C.J.H.G. Bronzwaer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao op 30 september 2025 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.