ECLI:NL:OGEAC:2025:173 - Gerecht in eerste aanleg van Curaçao - 7 augustus 2025

zaaknummer: CUR202500421

Beschikking van 7 augustus 2025

betrekking hebbende op de curatele van [de curanda](hierna: de curanda), met als curator (tevens vice voorzitter Fundashon Alabaster) [de curator] (hierna: de curator), beiden wonend in [woonplaats].

waarbij als belanghebbenden dan wel informanten worden aangemerkt:

allen wonend in [woonplaats].

1 Het verdere verloop van de procedure

1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:

1.2. De uitspraak is bepaald op vandaag.

2 De verdere beoordeling

2.1. Bij de curatelebeschikking van 17 april 2025 is de curanda onder curatele gesteld met benoeming van [curator] voornoemd tot curator. Daarbij heeft het gerecht overwogen dat van de curator bij aanvang van de werkzaamheden als curator wordt verwacht dat zij een boedelbeschrijving van het bezit van de curanda indient. Het gerecht heeft de zaak verwezen naar de dinsdagrol van 13 mei 2025 voor akte indiening (eind)rekening en verantwoording zijdens de bewindvoerder en iedere verdere beslissing aangehouden.

2.2. Artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding dan wel het vermogen van de minderjarige sprake is van een belangenconflict tussen de minderjarige en de met het gezag belaste ouder(s) of voogd, de rechter in eerste aanleg, indien hij dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk acht, een bijzondere curator benoemt, daarbij de aard van de belangenstrijd in het bijzonder in aanmerking genomen, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve, om de minderjarige ter zake, zowel in als buiten rechte, te vertegenwoordigen. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op curatele (artikel 1:385 lid 1 BW).

2.3. Het gerecht ziet in dit geval aanleiding om, met toepassing van voormelde bepalingen, een bijzondere curator te benoemen. Daartoe overweegt het als volgt.

2.4. Uit de overgelegde stukken en de toelichting ter zitting is het gerecht gebleken dat er sprake is van een complexe situatie rondom de nalatenschap van de moeder van de curanda. Erfgenaam van de moeder is een stichting, waarvan de curator van curanda tevens vicevoorzitter is. Deze stichting heeft als doel de belangen en het welzijn van de curanda te dienen. De combinatie van de rol van curator en die van vicevoorzitter van de stichting, kan theoretisch tot een situatie leiden waarin persoonlijke of functionele belangen van de curator niet volledig parallel lopen met die van de curanda.

2.5. Daarnaast is gebleken dat [belanghebbende 4] sinds haar benoeming in 2004 geen jaarlijkse rekening en verantwoording bij het gerecht heeft ingediend, zoals wettelijk voorgeschreven. Evenmin heeft zij, zoals in voormelde beschikking van 17 april 2025 is bepaald, een (adequate) eindafrekening en verantwoording overgelegd. Hoewel [belanghebbende 4] hiervoor een schriftelijke toelichting heeft gegeven, constateert het gerecht dat de door haar overgelegde informatie onvoldoende is om haar vermogensrechtelijke taak op zorgvuldige wijze over te dragen aan de curator. Ondanks de verstrekte uitleg moet worden vastgesteld dat op dit punt sprake is geweest van een omissie. Voorts is [belanghebbende 4], naar gesteld, betrokken geweest bij de zorg voor de curanda en op enig moment ook bij de zorg voor de moeder van de curanda. Daarnaast is [belanghebbende 4] ook betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap van de vader van de curanda, welke eveneens als complex kan worden aangemerkt.

2.6. Het gerecht stelt verder vast dat de verhouding tussen de curator en [belanghebbende 4] niet geheel duidelijk is geworden. Tegen deze achtergrond, en in samenhang met de onduidelijkheid over de omvang en samenstelling van het vermogen van de curanda en de aan de stichting conform de uiterste wilsbeschikking van de moeder toekomende vermogensbestanddelen, alsmede de lopende gerechtelijke procedures waarin (in)direct vermogensrechtelijke belangen van de curanda aan de orde zijn, ontstaat een situatie waarin de objectieve waarborging van de belangen van de curanda in het gedrang kan komen.

2.7. Ook indien geen sprake is van daadwerkelijke belangenverstrengeling, kan onder deze omstandigheden al snel de schijn daarvan ontstaan. Daarnaast gaat het om, zoals hiervoor al overwogen, complexe en juridisch inhoudelijke materie. Het gerecht acht het dan ook, mede gelet op de bijzondere zorgplicht die geldt in het kader van curatele, noodzakelijk dat de vermogensrechtelijke en juridische belangen van de curanda op onafhankelijke wijze worden beoordeeld en vertegenwoordigd.

2.8. Het gerecht acht het daarom, gelet op voormelde belangen van de curanda, noodzakelijk dat er in deze situatie een onafhankelijke juridische blik wordt gewaarborgd. Niet met het oog op verwijt of correctie, maar ter ondersteuning en in samenwerking met de curator in een juridische en organisatorische complexe situatie. Gelet op het bepaalde in artikel 1:250 BW zal het gerecht dan ook een bijzondere curator benoemen die de belangen van de curanda in dit kader kan behartigen. De taken van de bijzondere curator behelzen:

De overige taken van de curator, waaronder het organiseren en begeleiden van de dagelijkse zorg en het beheer van het vermogen van de curanda, blijven naast de hiervoor vermelde taken van de bijzondere curator onverkort in stand.

2.9. Alle betrokkenen gaan akkoord met het verzoek. De beoogd bijzondere curator, mr. V.P. Maria, heeft zich bereid verklaard om het bijzondere curatorschap te aanvaarden. Er zijn geen aanwijzingen dat een ander persoon geschikter is om als bijzonder curator te worden benoemd. De bijzondere curator zal op een hierna te vermelden datum verslag uitbrengen waaronder ook een voorstel voor een vergoeding.

2.10. Gelet op het voorgaande zal het gerecht mr. V.P. Maria benoemen tot bijzondere curator over de curanda.

2.11. Het verzoek van de curator haar uitstel te verlenen om de boedelbeschrijving in te dienen zal worden gehonoreerd.

3 De beslissing

Het gerecht:

3.1. stelt aan tot bijzondere curator de advocaat mr. V. Maria, kantoorhoudend te Curaçao, Chuchubiweg 17, telefoon 5170686, e-mail [email protected];

3.2. verwijst de zaak naar de dinsdagrol van 30 september 2025 om 8.30 uur voor indiening verslag zijdens de bijzondere curator en indiening boedelbeschrijving zijdens de curator;

3.3. verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

Deze beschikking is gegeven door mr. M.E.B. de Haseth, rechter, en op 7 augustus 2025 in het openbaar uitgesproken, in aanwezigheid van de griffier.