Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1346 - Hoge Raad verklaart cassatieberoep niet-ontvankelijk met toepassing van artikel tachtig-a RO - 19 september 2025

Arrest

ECLI:NL:HR:2025:134619 september 2025

Essentie

De Hoge Raad oordeelt dat de klachten over een uitspraak van het gerechtshof op verzet niet tot cassatie kunnen leiden. Het beroep in cassatie wordt daarom, met toepassing van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie, zonder verdere motivering niet-ontvankelijk verklaard.

Rechtsgebieden

BelastingrechtProcesrecht Belastingen

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer25/01118 Datum19 september 2025

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 20 februari 2025, nr. BK-24/752, op het verzet van belanghebbende tegen een uitspraak van het Hof van 7 november 2024.

1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof op het verzet beoordeeld. De procureur generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

2 Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de raadsheer M.T. Boerlage als voorzitter, en de raadsheren A.E.H. van der Voort Maarschalk en W.A.P. van Roij, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier J.P.J. van Kampen, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2025.