ECLI:NL:HR:2025:1341 - Hoge Raad verklaart cassatieberoep niet-ontvankelijk op grond van artikel tachtig a RO - 19 september 2025
Arrest
Essentie
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet ontvankelijk met toepassing van artikel tachtig-a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad oordeelt zonder verdere motivering dat de aangevoerde klachten over de uitspraak van het gerechtshof duidelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
Formele relaties
Rechtsgebieden
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer24/03290 Datum19 september 2025
ARREST
in de zaak van
[X] B.V. (hierna: belanghebbende), vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven,
tegen
de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN, vertegenwoordigd door [P],
op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 juli 2024, nrs. 23/1236 e.a. (zie de bijlage).
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld. De procureurgeneraal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).
2 Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 19 september 2025.
Bijlage: kenmerken zaken
ECLI:NL:GHAMS:2024:2304.