Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2025:1040 - Hoge Raad - 1 juli 2025

Arrest

ECLI:NL:HR:2025:10401 juli 2025

Genoemde wetsartikelen

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer24/01537 Datum1 juli 2025

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 april 2024, nummer 20-002133-22, in de strafzaak

tegen

[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1949, hierna: de verdachte.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door het openbaar ministerie. Het heeft bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De raadsvrouw van de verdachte, J. Kuijper, heeft het beroep van het openbaar ministerie tegengesproken. De advocaat-generaal P.J. Wattel heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof ’s-Hertogenbosch om op de bestaande hogere beroepen alsnog inhoudelijk te worden beoordeeld en afgedaan.

2 Beoordeling van de cassatiemiddelen

2.1 De cassatiemiddelen komen op tegen de beslissing van het hof tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte.

2.2 De cassatiemiddelen slagen. De redenen daarvoor staan vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak 24/01532, ECLI:NL:HR:2025:1033.

3 Beslissing

De Hoge Raad:

  • vernietigt de uitspraak van het hof;
  • wijst de zaak terug naar het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, de vice-president J.A.R. van Eijsden en de raadsheer A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 1 juli 2025.