Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer23/02775 B Datum16 april 2024

BESCHIKKING

op het beroep in cassatie tegen een beschikking van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 juli 2023, nummer AVNR 000220-23, op een vordering van de officier van justitie als bedoeld in artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering, ingediend

door

[veroordeelde], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952, hierna: de veroordeelde.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de veroordeelde. Namens deze heeft R.W. Koevoets, advocaat te Hoek, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de veroordeelde in het beroep.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Op grond van artikel 445 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) staat tegen beschikkingen cassatieberoep alleen open in de gevallen in dat wetboek bepaald. Uit artikel 6:6:7 Sv volgt dat een rechterlijke beslissing over de tenuitvoerlegging, waarvan in dit geval sprake is, niet aan enig gewoon rechtsmiddel is onderworpen voor zover in Hoofdstuk 6 van Boek 6 van het Wetboek van Strafvordering niet anders is bepaald. Dat hoofdstuk bevat geen bepaling op grond waarvan cassatieberoep openstaat tegen een beschikking als deze. Daarom kan de Hoge Raad het cassatieberoep van de veroordeelde niet in behandeling nemen.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 april 2024.