Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer22/04066 B Datum3 december 2024

BESCHIKKING

op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag van 18 oktober 2022, nummer RK 22/1185, op een vordering als bedoeld in artikel 552f van het Wetboek van Strafvordering, in de zaak

van

[belanghebbende] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1956, hierna: de belanghebbende.

1 Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de belanghebbende. Namens deze heeft E.A. Breetveld, advocaat in 's-Gravenhage, een schriftuur ingediend. De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd dat de belanghebbende niet-ontvankelijk wordt verklaard in het cassatieberoep.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad kan het cassatieberoep van de belanghebbende niet in behandeling nemen. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 3 december 2024.