ECLI:NL:HR:2020:316
Arrest
Arrest inhoud
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/00096
Datum21 februari 2020
ARREST
In de zaak van
GEMEENTE WIJCHEN,zetelende te Wijchen,
EISERES tot cassatie,
hierna: de gemeente,
advocaat: aanvankelijk P.A. Fruytier en thans J.F. de Groot,
tegen
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: J.H.M. van Swaaij.
de vonnissen in de zaak 03/196 van de rechtbank Arnhem van 10 december 2003 en 20 april 2005;
de arresten in de zaak 104.001.663/02 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 augustus 2017, 6 februari 2018 en 9 oktober 2018.
De gemeente heeft tegen het arrest van het hof van 9 oktober 2018 beroep in cassatie ingesteld.
[verweerders] hebben een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor [verweerders] mede door J.M. Moorman.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de gemeente heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2 Beoordeling van het middel
De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).
3 Beslissing
De Hoge Raad:
Dit arrest is gewezen door de raadsheer T.H. Tanja-van den Broek als voorzitter en de raadsheren C.E. du Perron, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer C.E. du Perron op 21 februari 2020.