Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2020:1290

Arrest

ECLI:NL:HR:2020:129017 juli 2020Deze uitspraak is in 1 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

CIVIELE KAMER

Nummer 19/03586

Datum 17 juli 2020

ARREST

In de zaak van

EISERESSEN tot cassatie,

hierna gezamenlijk: [eiseressen],

advocaten: A.C. van Schaick en N.E. Groeneveld-Tijssens,

tegen

VERWEERDERS in cassatie,

hierna gezamenlijk: [verweerders],

niet verschenen.

het vonnis in de zaak C/09/496976 / HA ZA 15-1092 van de rechtbank Den Haag van 6 september 2017;

het arrest in de zaak 200.229.977/01 van het gerechtshof Den Haag van 14 mei 2019.

[eiseressen] hebben tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.

Tegen [verweerders] is verstek verleend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

De advocaten van [eiseressen] hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2 Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3 Beslissing

De Hoge Raad:

Dit arrest is gewezen door de vicepresident E.J. Numann, als voorzitter, en de raadsheren M.J. Kroeze en H.M. Wattendorff, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 17 juli 2020.