ECLI:NL:HR:2018:2258
Arrest
Arrest inhoud
7 december 2018
Eerste Kamer
18/00409
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[de moeder] ,wonende te [woonplaats] , VERZOEKSTER tot cassatie, advocaat: mr. G.E.M. Later,
t e g e n
[de vader] ,wonende te [woonplaats] , VERWEERDER in cassatie, advocaat: mr. S. Kousedghi.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de moeder en de vader.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak C/02/268103/ FA RK 13-4591 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 30 juli 2014;
b. de beschikkingen in de zaak 200.158.119/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 juli 2015, 24 maart 2016 en 26 oktober 2017 (verbeterd bij beschikking van 21 december 2017).
De beschikkingen van het hof zijn aan deze beschikking gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van het hof van 26 oktober 2017 heeft de moeder beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest en het aanvullend cassatierekest zijn aan deze beschikking gehecht en maken daarvan deel uit. De vader heeft verzocht het beroep te verwerpen. De conclusie van de Advocaat-Generaal M.L.C.C. Lückers strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de moeder heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van het middel
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, G. Snijders en C.H. Sieburgh, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.V. Polak op 7 december 2018.