ECLI:NL:HR:2016:2214
Arrest
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
30 september 2016
Nr. 16/02890
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X]te[Z], Marokko (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 4 mei 2016, nr. 15/2900 ANW, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (nr. 14/6133) betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene nabestaandenwet (hierna: de ANW).
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
2 Beoordeling van de klachten
Ingevolge artikel 66, lid 1, van de ANW kan beroep in cassatie worden ingesteld tegen uitspraken van de Centrale Raad ter zake van schending of verkeerde toepassing van de artikelen 3, tweede tot en met zesde lid, 6, 7 en 13 en de op die artikelen berustende bepalingen. Het onderhavige cassatieberoep is echter niet ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van voormelde bepalingen. De klachten kunnen derhalve niet tot cassatie leiden.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 30 september 2016.