Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2016:1165

Arrest

ECLI:NL:HR:2016:116510 juni 2016Deze uitspraak is in 2 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

10 juni 2016

Eerste Kamer

15/00704

EE/AS

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiser] ,wonende te [woonplaats] , EISER tot cassatie, advocaat: mr. J.H.M. van Swaaij,

t e g e n

de vennootschap naar Chileens recht CHILEAN LUMBER COMPANY S.A.,gevestigd te San Bernardino, Chili, VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en CLC.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 295743/HA ZA 10-2342 van de rechtbank Utrecht van 12 januari 2011, 1 juni 2011, 7 september 2011 en 4 april 2012 en het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 20 februari 2013;

b. de arresten in de zaak 200.123.463 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 2 juli 2013 en 21 oktober 2014.

De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof van 21 oktober 2014 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Tegen CLC is verstek verleend. De zaak is voor [eiser] toegelicht door zijn advocaat. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het cassatieberoep.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van CLC begroot op nihil. Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek en C.E. du Perron, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 10 juni 2016.