Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2015:2919

Arrest

ECLI:NL:HR:2015:29196 oktober 2015Deze uitspraak is in 2 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

6 oktober 2015

Strafkamer

nr. S 14/01403

NA/IC

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 21 mei 2013, nummer 21/002854-13, in de strafzaak tegen:

[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992.

1 Geding in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. M.J. Lamers, advocaat te Utrecht, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep. De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

Op de gronden die zijn vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 4 tot en met 7 kan de verdachte niet worden ontvangen in het ingestelde beroep.

3 Beslissing

De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.

Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 oktober 2015.