Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
A. Gewone rechtsmiddelen
Titel V. Aanwenden van gewone rechtsmiddelen
Artikel 450

Artikel 450 (Aanwenden rechtsmiddelen door tussenkomst gemachtigde)

Laatste versie

1. Het aanwenden van de rechtsmiddelen, bedoeld in artikel 449, kan ook geschieden door tussenkomst van:

a. een advocaat, indien deze verklaart daartoe door degene die het rechtsmiddel aanwendt, bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd; b. een vertegenwoordiger die daartoe persoonlijk, door degene die het rechtsmiddel aanwendt, bij bijzondere volmacht schriftelijk is gemachtigd.

2. Indien de overeenkomstig het eerste lid gemachtigde hoger beroep tegen de einduitspraak instelt, brengt de machtiging tevens mede dat de gemachtigde de oproeping van de verdachte voor de terechtzitting in hoger beroep in ontvangst neemt.

3. Aan een schriftelijke bijzondere volmacht, verleend aan een medewerker ter griffie, tot het voor de verdachte aanwenden van het rechtsmiddel wordt slechts gevolg gegeven indien de verdachte daarbij instemt met het door deze medewerker ter griffie van het gerecht waar het rechtsmiddel wordt ingesteld voor de verdachte aanstonds in ontvangst nemen van de oproeping. De verdachte geeft een adres op voor de ontvangst van een afschrift van de dagvaarding.

4. De volmacht, bedoeld in het derde lid, kan worden overgedragen met behulp van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorziening. De ontvangst van de volmacht wordt bevestigd. Als de dag en het tijdstip waarop de volmacht is ontvangen gelden de dag en het tijdstip van vastlegging van de volmacht in de aangewezen elektronische voorziening. De volmacht wordt bij de processtukken gevoegd. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het gebruik van de elektronische voorziening.

5. De uitreiking van de oproeping aan de gemachtigde geldt als een uitreiking in persoon aan de verdachte. Een afschrift van de dagvaarding wordt aan het door of namens de verdachte daartoe opgegeven adres toegezonden.

6. Indien de in het eerste lid bedoelde gemachtigde weigert de oproeping in ontvangst te nemen, wordt deze niettemin geacht op het tijdstip van aanbieding te zijn uitgereikt. Van de weigering wordt aantekening gemaakt in de akte van uitreiking.

7. Indien bij het aanwenden van het rechtsmiddel, bedoeld in het eerste lid, gebruik is gemaakt van de elektronische voorziening, bedoeld in het vierde lid, geschiedt de verdere kennisgeving van gerechtelijke mededelingen, bedoeld in titel IIb van het eerste boek, door toezending door elektronische overdracht als bedoeld in artikel 36b, derde lid. Indien de toezending door elektronische overdracht van de dagvaarding van de verdachte om tegen een bepaalde datum ter terechtzitting te verschijnen niet binnen drie dagen na het aanwenden van het rechtsmiddel geschiedt, is de eerste volzin niet van toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het aanwenden van de rechtsmiddelen, bedoeld in artikel 449, kan ook geschieden door tussenkomst van:

Dit betekent letterlijk: Het gebruiken (aanwenden) van de juridische procedures om een rechterlijke beslissing aan te vechten (rechtsmiddelen), zoals omschreven in artikel 449, kan ook plaatsvinden via de medewerking (tussenkomst) van:

a. een advocaat, indien deze verklaart daartoe door degene die het rechtsmiddel aanwendt, bepaaldelijk te zijn gevolmachtigd;

Dit houdt in: een advocaat, als deze advocaat verklaart dat hij specifiek (bepaaldelijk) de bevoegdheid (gevolmachtigd) heeft gekregen van de persoon die het rechtsmiddel wil gebruiken.

b. een vertegenwoordiger die daartoe persoonlijk, door degene die het rechtsmiddel aanwendt, bij bijzondere volmacht schriftelijk is gemachtigd.

Dit houdt in: een vertegenwoordiger die hiervoor persoonlijk, door de persoon die het rechtsmiddel wil gebruiken, via een specifieke schriftelijke toestemming (bijzondere volmacht schriftelijk) bevoegd is gemaakt (gemachtigd).

2. Indien de overeenkomstig het eerste lid gemachtigde hoger beroep tegen de einduitspraak instelt, brengt de machtiging tevens mede dat de gemachtigde de oproeping van de verdachte voor de terechtzitting in hoger beroep in ontvangst neemt.

Dit betekent letterlijk: Als de vertegenwoordiger die volgens het eerste lid bevoegd is gemaakt (gemachtigde) hoger beroep instelt tegen de definitieve rechterlijke beslissing (einduitspraak), dan houdt de gegeven bevoegdheid (machtiging) ook in dat deze gemachtigde de officiële oproep (oproeping) voor de verdachte om te verschijnen op de zitting in hoger beroep (terechtzitting in hoger beroep) in ontvangst mag nemen.

3. Aan een schriftelijke bijzondere volmacht, verleend aan een medewerker ter griffie, tot het voor de verdachte aanwenden van het rechtsmiddel wordt slechts gevolg gegeven indien de verdachte daarbij instemt met het door deze medewerker ter griffie van het gerecht waar het rechtsmiddel wordt ingesteld voor de verdachte aanstonds in ontvangst nemen van de oproeping. De verdachte geeft een adres op voor de ontvangst van een afschrift van de dagvaarding.

Dit betekent letterlijk: Een schriftelijke specifieke bevoegdheid (schriftelijke bijzondere volmacht) die aan een medewerker van de administratie van de rechtbank (medewerker ter griffie) is gegeven om namens de verdachte een rechtsmiddel te gebruiken, wordt alleen uitgevoerd (gevolg gegeven) als de verdachte ermee instemt dat deze medewerker ter griffie van het gerecht waar het rechtsmiddel wordt ingesteld, direct (aanstonds) de oproeping voor de verdachte in ontvangst neemt. De verdachte moet een adres opgeven waar een kopie (afschrift) van de dagvaarding naartoe gestuurd kan worden.

4. De volmacht, bedoeld in het derde lid, kan worden overgedragen met behulp van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen elektronische voorziening. De ontvangst van de volmacht wordt bevestigd. Als de dag en het tijdstip waarop de volmacht is ontvangen gelden de dag en het tijdstip van vastlegging van de volmacht in de aangewezen elektronische voorziening. De volmacht wordt bij de processtukken gevoegd. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over het gebruik van de elektronische voorziening.

Dit betekent letterlijk: De bevoegdheid (volmacht) waarover in het derde lid wordt gesproken, kan worden doorgegeven via een elektronisch systeem (elektronische voorziening) dat is aangewezen in een algemene maatregel van bestuur of op basis daarvan. De ontvangst van deze volmacht moet worden bevestigd. De datum en het tijdstip waarop de volmacht als ontvangen wordt beschouwd, zijn de datum en het tijdstip waarop de volmacht in het aangewezen elektronische systeem is vastgelegd. De volmacht wordt toegevoegd aan de documenten van de rechtszaak (processtukken). Verdere regels over hoe dit elektronische systeem gebruikt moet worden, worden vastgesteld in of op basis van een algemene maatregel van bestuur.

5. De uitreiking van de oproeping aan de gemachtigde geldt als een uitreiking in persoon aan de verdachte. Een afschrift van de dagvaarding wordt aan het door of namens de verdachte daartoe opgegeven adres toegezonden.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de oproeping aan de bevoegde vertegenwoordiger (gemachtigde) wordt overhandigd (uitreiking), wordt dit beschouwd alsof de oproeping persoonlijk aan de verdachte zelf is overhandigd (uitreiking in persoon). Een kopie (afschrift) van de dagvaarding wordt gestuurd naar het adres dat door of namens de verdachte hiervoor is opgegeven.

6. Indien de in het eerste lid bedoelde gemachtigde weigert de oproeping in ontvangst te nemen, wordt deze niettemin geacht op het tijdstip van aanbieding te zijn uitgereikt. Van de weigering wordt aantekening gemaakt in de akte van uitreiking.

Dit betekent letterlijk: Als de vertegenwoordiger (gemachtigde) die in het eerste lid wordt genoemd, weigert om de oproeping aan te nemen (in ontvangst te nemen), dan wordt de oproeping toch geacht te zijn overhandigd (uitgereikt) op het moment dat deze werd aangeboden. Deze weigering wordt genoteerd in het officiële document dat de overhandiging bevestigt (akte van uitreiking).

7. Indien bij het aanwenden van het rechtsmiddel, bedoeld in het eerste lid, gebruik is gemaakt van de elektronische voorziening, bedoeld in het vierde lid, geschiedt de verdere kennisgeving van gerechtelijke mededelingen, bedoeld in titel IIb van het eerste boek, door toezending door elektronische overdracht als bedoeld in artikel 36b, derde lid. Indien de toezending door elektronische overdracht van de dagvaarding van de verdachte om tegen een bepaalde datum ter terechtzitting te verschijnen niet binnen drie dagen na het aanwenden van het rechtsmiddel geschiedt, is de eerste volzin niet van toepassing.

Dit betekent letterlijk: Als bij het gebruiken van het rechtsmiddel (zoals bedoeld in het eerste lid) het elektronische systeem (elektronische voorziening, zoals bedoeld in het vierde lid) is gebruikt, dan zullen verdere officiële berichten van het gerecht (gerechtelijke mededelingen, zoals bedoeld in titel IIb van het eerste boek van het Wetboek van Strafvordering) worden verstuurd via elektronische weg (toezending door elektronische overdracht), zoals omschreven in artikel 36b, derde lid. Echter, als de elektronische verzending van de dagvaarding, die de verdachte oproept om op een specifieke datum op de zitting te verschijnen, niet binnen drie dagen na het gebruiken van het rechtsmiddel plaatsvindt, dan geldt de eerste zin van dit lid niet.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad82x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BJ7810

ECLI:NL:HR:2009:BJ781022 december 2009Dit wetsartikel wordt 26 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad56x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2007:AZ1702

ECLI:NL:HR:2007:AZ170219 juni 2007Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad31x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV6999

ECLI:NL:HR:2012:BV699920 maart 2012Dit wetsartikel wordt 20 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad45x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:2654

ECLI:NL:HR:2016:265422 november 2016Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2011:BP2709

ECLI:NL:HR:2011:BP270928 juni 2011Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad38x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:1978:AC6373

ECLI:NL:HR:1978:AC637324 oktober 1978Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad27x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:138

ECLI:NL:HR:2014:13821 januari 2014Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad21x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:231

ECLI:NL:HR:2014:2314 februari 2014Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad20x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:909

ECLI:NL:HR:2022:90921 juni 2022Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad18x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:BY8357

ECLI:NL:HR:2013:BY835722 januari 2013Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak