Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2015:1741

Arrest

ECLI:NL:HR:2015:174126 juni 2015

Arrest inhoud

26 juni 2015

Eerste Kamer

nr. 14/02901

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

[eiser],wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos,

t e g e n

LELYSTAD HAVEN B.V.,gevestigd te Lelystad, VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en Lelystad Haven.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de vonnissen in de zaak 597551 CV 12-3365 van de kantonrechter te Lelystad van 30 mei 2012 en 19 september 2012, hersteld bij vonnis van 31 oktober 2012;

b. het arrest in de zaak 200.119.113/01 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 januari 2014.

Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. Tegen Lelystad Haven is verstek verleend. De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep. De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 28 april 2015 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad: verwerpt het beroep; veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Lelystad Haven begroot op nihil.

Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. Drion en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 26 juni 2015.