Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2014:274

Arrest

ECLI:NL:HR:2014:2747 februari 2014

Arrest inhoud

7 februari 2014

Eerste Kamer

nr. 13/02107

EV/GB

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

[de man],wonende te [woonplaats], Filipijnen, VERZOEKER tot cassatie, advocaat: mr. H.J.W. Alt,

t e g e n

[de vrouw],wonende te [woonplaats], VERWEERSTER in cassatie, niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de man en de vrouw.

1 Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. de beschikking in de zaak 408126/FA RK 11-9288 van de rechtbank ’s-Gravenhage van 17 augustus 2012;

b. de beschikking in de zaak 200.112.946/01 van het gerechtshof ’s-Gravenhage van 23 januari 2013.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2 Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof heeft de man beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit. De vrouw heeft geen verweerschrift ingediend. De conclusie van de Advocaat-Generaal P. Vlas strekt tot verwerping van het beroep. De advocaat van de man heeft bij brief van 27 december 2013 op die conclusie gereageerd.

3 Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4 Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, A.H.T. Heisterkamp en M.V. Polak, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president E.J. Numann op 7 februari 2014.