ECLI:NL:HR:2011:BQ7492 - Hoge Raad - 9 juni 2011
Arrest
Arrest inhoud
nr. 11/00003
10 juni 2011
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 10 november 2010, nr. 09/4800 WIA, op het hoger beroep van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: het UWV) tegen een uitspraak van de Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/6240 WIA) betreffende een besluit van het UWV ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: de Wet WIA).
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Centrale Raad beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
2. Beoordeling van de klachten
Ingevolge artikel 116, lid 1, van de Wet WIA kan beroep in cassatie worden ingesteld tegen uitspraken van de Centrale Raad ter zake van schending of verkeerde toepassing van artikel 2, tweede tot en met zesde lid, en 8 en 9 van de Wet WIA en de daarop berustende bepalingen.
Het onderhavige cassatieberoep is echter niet ingesteld ter zake van schending of verkeerde toepassing van voormelde bepalingen, maar betreft de berekeningswijze van het dagloon. De klachten kunnen derhalve niet tot cassatie leiden.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.W.C. Feteris en R.J. Koopman, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2011.