Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2011:BP3271

Arrest

ECLI:NL:HR:2011:BP32711 april 2011

Arrest inhoud

1 april 2011

Eerste Kamer

10/04346

RM/TT

Hoge Raad der Nederlanden

Beschikking

in de zaak van:

1. GROND- EN ZANDEXPLOITATIE-MAATSCHAPPIJ RIJNLAND B.V.,

gevestigd te Zoeterwoude,

2. KONINKLIJKE WEGENBOUW STEVIN B.V., nadien geheten KWS INFRA B.V.,

gevestigd te Utrecht,

VERZOEKSTERS tot cassatie,

advocaat: mr. P. Garretsen,

t e g e n

DE GEMEENTE TEYLINGEN,

zetelende te Voorhout, gemeente Teylingen,

VERWEERSTER in cassatie,

niet verschenen.

Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Rijnland c.s. en de Gemeente.

1. Het geding in feitelijke instanties

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:

a. het scheidsrechterlijk vonnis van de Raad van Arbitrage voor de Bouw met nummer 31.540 van 15 oktober 2009;

b. de beschikking in de zaak 200.051.431/01 van het gerechtshof te 's-Gravenhage van 6 juli 2010.

De beschikking van het hof is aan deze beschikking gehecht.

2. Het geding in cassatie

Tegen de beschikking van het hof hebben Rijnland c.s. beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Gemeente heeft geen verweerschrift ingediend.

De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot verwerping.

De advocaat van Rijnland c.s. heeft op 11 februari 2011 schriftelijk op die conclusie gereageerd.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt Rijnland c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de Gemeente begroot op nihil.

Deze beschikking is gegeven door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 1 april 2011.