ECLI:NL:HR:2008:BF8921 - Hoge Raad - 27 november 2008
Arrest
Genoemde wetsartikelen
Arrest inhoud
28 november 2008
Eerste Kamer
08/02901
EV/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
in de zaak van:
[Verzoekster],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKSTER tot cassatie,
advocaat: mr. G.E.M. Later,
t e g e n
DE OFFICIER VAN JUSTITIE IN HET ARRONDISSEMENT 's-Gravenhage,
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als betrokkene en de officier van justitie.
1. Het geding in feitelijke instantie
De officier van justitie in het arrondissement 's-Gravenhage heeft op 2 april 2008, onder overlegging van een ondertekende geneeskundige verklaring, een verzoek ingediend bij de rechtbank aldaar tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van betrokkene.
Nadat de rechtbank betrokkene, bijgestaan door haar raadsvrouwe alsmede haar behandelend arts op 7 april 2008 had gehoord, heeft zij bij beschikking van diezelfde datum de verzochte machtiging verleend.
De beschikking van de rechtbank is aan deze beschikking gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen de beschikking van de rechtbank heeft betrokkene beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De officier van justitie heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal F.F. Langemeijer strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van betrokkene in haar cassatieberoep.
3. Ontvankelijkheid van het beroep
Het beroep is gericht tegen een beschikking op een verzoek van de officier van justitie tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling als bedoeld in art. 27 Wet Bopz.
De geldigheidsduur van de door de rechtbank op 7 april 2008 verleende machtiging is echter ingevolge art. 30 Wet Bopz op 28 april 2008 verstreken, zodat betrokkene geen belang meer heeft bij haar beroep en om deze reden daarin niet kan worden ontvangen.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart betrokkene niet-ontvankelijk in haar beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president D.H. Beukenhorst als voorzitter en de raadsheren A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels en C.A. Streefkerk, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer F.B. Bakels op 28 november 2008.