Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk II. Opneming
§ 3. Inbewaringstelling en machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling
Artikel 27

Artikel 27

Laatste versie

1. Indien de officier van justitie na ontvangst van de in artikel 25, tweede lid, bedoelde bescheiden van oordeel is dat het gevaar, bedoeld in artikel 20, tweede lid, zich ten aanzien van de in bewaring gestelde persoon voordoet, doet hij uiterlijk op de dag na de datum van ontvangst van deze stukken die niet is een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag als bedoeld in de Algemene termijnenwet(Stb. 1964, 314), bij de rechter een verzoek tot het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van die persoon. De officier deelt aan de geneesheer-directeur van het psychiatrisch ziekenhuis waarin de betrokkene verblijft, schriftelijk mede dat het verzoekschrift is ingediend of dat hij heeft besloten geen verzoekschrift in te dienen.

2. Bij het verzoek van de officier van justitie worden overgelegd de beschikking van de burgemeester, bedoeld in artikel 20, eerste lid, en de geneeskundige verklaring, bedoeld in artikel 21. Artikel 5, vierde en vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

3. Bevoegd is de rechtbank van het arrondissement waarin het ziekenhuis waarin de patiënt is opgenomen, is gelegen. Artikel 7, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad29x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BD4375 - Hoge Raad - 25 september 2008

ECLI:NL:HR:2008:BD437525 september 2008Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:3663 - Wet Bopz: onderzoeksplicht rechter bij weigering toegevoegde advocaat - 18 december 2014

ECLI:NL:HR:2014:366318 december 2014Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Indien een betrokkene in een Bopz-procedure de hem toegevoegde raadsman weigert, moet de rechter onderzoeken of de betrokkene een andere raadsman wenst. De rechter moet het resultaat van dit onderzoek en de genomen stappen vastleggen in de beschikking, ook binnen korte wettelijke beslistermijnen.

Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1017 - Wvggz: uitbreiding verplichte zorg bij voortzetting crisismaatregel toegestaan - 4 juni 2020

ECLI:NL:HR:2020:10174 juni 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De rechter mag bij het verlenen van een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel op grond van de Wvggz andere vormen van verplichte zorg opleggen dan in de oorspronkelijke crisismaatregel stonden. De rechter moet namelijk uitgaan van de actuele situatie ('ex nunc').

Hoge Raad19x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:3335 - Voortgezette inbewaringstelling zonder horen bij onbekende verblijfplaats en acuut gevaar - 19 november 2015

ECLI:NL:HR:2015:333519 november 2015Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat een rechtbank een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling (Wet Bopz) mag verlenen zonder de betrokkene te horen. Dit is toegestaan als er sprake is van onmiddellijk dreigend gevaar en de verblijfplaats van de (onttrokken) betrokkene onbekend is.

Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:997 - Hoge Raad - 26 mei 2016

ECLI:NL:HR:2016:99726 mei 2016Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1808 - Stapelen van crisismaatregelen onder de Wvggz is onder voorwaarden toegestaan - 19 november 2020

ECLI:NL:HR:2020:180819 november 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een nieuwe crisismaatregel kan direct volgen op een machtiging tot voortzetting van een eerdere crisismaatregel. Dit is toegestaan als er opnieuw sprake is van een acute crisissituatie die zo ernstig is dat een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Burgerlijk Procesrecht, Verbintenissenrecht
Hoge Raad13x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1691 - Wraking in Bopz-procedure: Hoge Raad stelt termijn voor beslissing wrakingskamer - 31 oktober 2019

ECLI:NL:HR:2019:169131 oktober 2019Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een rechter mag na een wrakingsverzoek in een Bopz-zaak niet op het verzoek beslissen. De Hoge Raad stelt een nieuwe regel: de wrakingskamer moet binnen vijf dagen beslissen, gedurende welke tijd betrokkene niet ontslagen mag worden. Schending van dit principe leidt tot vernietiging.

Civiel RechtBurgerlijk Procesrecht, Gezondheidsrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad9x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2014:2985 - Hoge Raad - 16 oktober 2014

ECLI:NL:HR:2014:298516 oktober 2014Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:2104 - Hoge Raad - 15 november 2018

ECLI:NL:HR:2018:210415 november 2018Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:33 - Onrechtmatige IBS verhindert voortzetting niet bij latere psychiatrische beoordeling - 12 januari 2017

ECLI:NL:HR:2017:3312 januari 2017Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Een inbewaringstelling (IBS) die onrechtmatig is omdat een tijdige psychiatrische beoordeling ontbreekt, staat niet in de weg aan een latere machtiging tot voortzetting. De rechter toetst of op het moment van zijn beslissing is voldaan aan de vereisten, los van de eerdere onrechtmatigheid.