Terug naar bibliotheek
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2007:BB7408

Arrest

ECLI:NL:HR:2007:BB74089 november 2007Deze uitspraak is in 1 latere zaken aangehaald

Arrest inhoud

9 november 2007

Eerste Kamer

Nr. C06/113HR (1447)

MK/EE

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

in de zaak van:

GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE,

zetelend te Den Haag,

EISERES tot cassatie,

advocaat: mr. P.S. Kamminga,

t e g e n

1. CIVILISED TRAVELLER B.V., voorheen genaamd [A] B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats],

2. [Verweerster 2],

gevestigd te [vestigingsplaats],

VERWEERSTERS in cassatie,

advocaat: mr. J.P. van den Berg.

Partijen worden hierna ook wel aangeduid als de Gemeente, Civilised Traveller en [verweerster 2].

1. Het geding in feitelijke instantie

De Gemeente heeft bij exploot van 12 mei 2004 de gemeente 's-Gravenhage AC gedagvaard voor de rechtbank 's-Gravenhage en ten behoeve van de Gemeente gevorderd vervroegd uit te spreken de onteigening van de in de dagvaarding omschreven onroerende zaken met de kadastrale aanduiding gemeente Den Haag, sectie en nummer [A 001] (grondplan [B 002], grondplannummer [003]), sectie en nummer [A 004] (grondplan [B 002], grondplannummer [005]), waarvan de gemeente 's-Gravenhage AC als eigenaar is aangewezen en het bedrag van de schadeloosstelling vast te stellen op € 1,-- voor de gemeente 's-Gravenhage AC als onteigende partij en op € 242.000,-- respectievelijk € 1.106,000,-- in verband met de opstalwaarde voor de belanghebbende Civilised Traveller.

Civilised Traveller en [verweerster 2] hebben bij incidentele conclusie gevorderd te mogen tussenkomen in de onteigeningsprocedure.

Bij tussenvonnis van 21 juli 2004 heeft de rechtbank in de incidenten de beslissingen aangehouden en in de hoofdzaak onder meer de gevorderde onteigening vervroegd uitgesproken, het bedrag van de schadeloosstelling voor de gemeente 's-Gravenhage AC vastgesteld op € 1,--, het voorschot op de schadeloosstelling voor Civilised Traveller vastgesteld op € 1.213.200,-- en drie deskundigen en een rechter-commissaris benoemd.

Bij vonnis van 15 februari 2006 heeft de rechtbank in het incident ten aanzien van Civilised Traveller de vordering afgewezen en in het incident ten aanzien van [verweerster 2] haar toegelaten in de onteigeningsprocedure. In de hoofdzaak heeft de rechtbank, voor zover in cassatie van belang, vastgesteld dat aan Civilised Traveller ten laste van de Gemeente een bedrag toekomt ter zake van de beëindiging van de erfpachtsrechten betreffende de onteigende percelen ter hoogte van € 1.296.200,-- en de schadeloosstelling voor [verweerster 2] vastgesteld op € 193.567,-- met rente.

Het eindvonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.

2. Het geding in cassatie

De Gemeente heeft tegen het eindvonnis van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

Civilised Traveller en [verweerster 2] hebben geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.

De conclusie van de Advocaat-Generaal J.L.R.A. Huydecoper strekt tot verwerping van het beroep.

3. Beoordeling van het middel

De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

4. Beslissing

De Hoge Raad:

verwerpt het beroep;

veroordeelt de Gemeente in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Civilised Traveller en [verweerster 2] begroot op € 367,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer E.J. Numann op 9 november 2007.