Arrest inhoud

19 december 2006

Strafkamer

nr. 03198/05 H

CAW

Hoge Raad der Nederlanden

Arrest

op een aanvrage tot herziening van een in kracht van gewijsde gegaan vonnis van de Rechtbank te Maastricht, sector Kanton Heerlen van 23 september 2002, nummer 03/400260-02, ingediend door mr. J.J.M. Goltstein, advocaat te Kerkrade, namens:

[aanvrager], geboren te [geboorteplaats] in 1959, wonende te [woonplaats].

1. De uitspraak waarvan herziening is gevraagd

De Kantonrechter heeft de aanvrager ter zake van "als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden", gepleegd op 31 maart 2001 met het motorvoertuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB], veroordeeld tot hechtenis voor de duur van twee weken, alsmede tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van zes maanden.

2. De aanvrage tot herziening

2.1. De aanvrage tot herziening is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2.2. De aanvrage berust op de stelling dat sprake is van een omstandigheid als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv, aangezien uit de aan de aanvrage gehechte bescheiden blijkt dat op 31 maart 2001 voor het motorvoertuig met het kenteken [AA-00-BB] wel een verzekering van kracht was.

3. De conclusie van de Advocaat-Generaal

De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad de aanvrage gegrond zal verklaren, voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis van de Kantonrechter zal bevelen en de zaak zal verwijzen naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, opdat de zaak zal worden behandeld en afgedaan op de wijze als in art. 467, eerste lid, Sv is voorzien.

4. Beoordeling van de aanvrage

4.1. Bij de aanvrage is overgelegd een verklaring van 15 november 2005 van Polis Direct B.V., de gevolmachtigd agent van N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij, welke verklaring inhoudt:

"Ter voldoening aan het gestelde in artikel 34, lid 2, van de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) verklaart N.V. Schadeverzekering-Maatschappij Bovemij (...) hierbij dat op 31 maart 2001 voor het motorvoertuig voorzien van het kenteken [AA-00-BB] een verzekering van kracht was welke aan de op die datum door of krachtens de WAM gestelde eisen voldeed, afgesloten onder polisnummer [0001] en dat het CRWAM, voor zover noodzakelijk, is aangevuld danwel gecorrigeerd."

4.2. Naar aanleiding van de aanvrage heeft de Advocaat-Generaal nadere berichten ingewonnen. Daartoe behoren:

a. een schrijven van Polis Direct B.V. van 14 september 2006, inhoudende:

"Naar aanleiding van uw schrijven d.d. 5 september 2006 bevestigen wij hiermee dat op 31 maart 2001 een WAM-verzekering van kracht was voor het motorvoertuig met kenteken [AA-00-BB]. Hiervoor werd een Artikel 34-verklaring afgegeven. Inmiddels hebben wij het CRWAM laten aanpassen."

b. een schrijven van de Rijksdienst voor het Wegverkeer van 13 september 2006, inhoudende:

"Uit het Centraal Register WAM (het verzekeringsregister) blijkt dat voor het motorrijtuig met kenteken [AA-00-BB] op 12 september 2006 een verzekering is aangemeld. De startdatum van deze verzekering is 25 november 2000."

4.3. Aan de inhoud van deze stukken, in onderlinge samenhang bezien, valt het ernstige vermoeden te ontlenen, dat de Kantonrechter, ware deze daarmee bekend geweest, de aanvrager van het hem tenlastegelegde zou hebben vrijgesproken.

5. Slotsom

Uit het vorenoverwogene volgt dat zich een omstandigheid voordoet als bedoeld in art. 457, eerste lid aanhef en onder 2°, Sv, zodat de aanvrage gegrond is en als volgt moet worden beslist.

6. Beslissing

De Hoge Raad:

Verklaart de aanvrage tot herziening gegrond;

Beveelt voor zover nodig de opschorting of schorsing van de tenuitvoerlegging van voormeld vonnis van de Kantonrechter van 23 september 2002;

Verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, opdat de zaak op de voet van art. 467, eerste lid, Sv opnieuw zal worden behandeld en afgedaan.

Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en H.A.G. Splinter-van Kan, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 19 december 2006.