ECLI:NL:GHARL:2025:5875 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 25 september 2025
Arrest
Rechtsgebieden
Arrest inhoud
locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.352.061 (zaaknummer rechtbank Gelderland 11195383)
beschikking van 25 september 2025
inzake
[verzoeker], wonende te [woonplaats1] , verder te noemen: [verzoeker] verzoeker in hoger beroep, advocaat: mr. R. Kaya
en
[de curator], correspondentieadres: [de moeder] , verder te noemen: de curator,
Als overige belanghebbenden zijn aangemerkt:
[de moeder], wonende te [woonplaats2] , verder te noemen: de moeder,
en
[de vader], wonende te [woonplaats2] , verder te noemen: de vader,
en
[de zus], wonende te [woonplaats2] , verder te noemen: de zus,
en
[broer1], wonende te [woonplaats3] , verder te noemen: de broer, niet verschenen;
en
[broer2], wonende te [woonplaats4] , verder te noemen: de broer, niet verschenen.
1 Het geding in eerste aanleg
Het hof verwijst voor het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de kantonrechter (rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen) van 7 november 2024, uitgesproken onder voormeld zaaknummer. Het hof zal deze beschikking hierna noemen: de bestreden beschikking.
2 Het geding in hoger beroep
2.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
het beroepschrift met producties, ingekomen op 7 november 2025;
-
een journaalbericht van mr. Kaya van 25 augustus 2025 met een productie.
2.2 De mondelinge behandeling heeft op 28 augustus 2025 plaatsgevonden. Aanwezig waren:
-
[verzoeker] , bijgestaan door zijn advocaat;
-
de moeder;
-
de vader;
-
de zus;
-
twee vertegenwoordigers namens de curator.
3 De feiten
3.1 [verzoeker] is geboren [in] 1989.
3.2 Bij beschikking van 18 augustus 2021 heeft de kantonrechter [verzoeker] onder curatele gesteld vanwege zijn geestelijke of lichamelijke toestand.
3.3 Bij verzoekschrift, ingekomen bij de kantonrechter op 5 juli 2024, heeft [verzoeker] om opheffing van de ondercuratelestelling en ontslag van de curator verzocht.
4 De omvang van het geschil
4.1 Bij de bestreden – uitvoerbaar bij voorraad verklaarde – beschikking heeft de kantonrechter de verzoeken van [verzoeker] afgewezen.
4.2 [verzoeker] is in hoger beroep gekomen van de bestreden beschikking. Hij verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en de ondercuratelestelling op te heffen. Mocht het hof van oordeel zijn dan een maatregel gehandhaafd dient te blijven verzoekt [verzoeker] een onderbewindstelling op te leggen, de huidige curator te ontslaan en [naam1] tot bewindvoerder te benoemen.
4.3 De curator voert verweer en vraagt het hof de bestreden beschikking te bevestigen (bekrachtigen).
5 De motivering van de beslissing
Juridisch kader
5.1 In artikel 1:389 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is te lezen dat de kantonrechter, indien de noodzaak daartoe niet meer bestaat of voortzetting van de curatele niet zinvol is gebleken, de curatele kan opheffen op verzoek van de curator of degene die gerechtigd is de curatele te verzoeken als bedoeld in artikel 1:379 BW.
Standpunten
5.2 [verzoeker] vindt dat de curatele niet meer nodig is. Volgens [verzoeker] heeft hij zijn levensstijl ingrijpend gewijzigd en heeft hij geen schulden meer. [verzoeker] komt ook altijd goed uit met zijn leefgeld. Dit bewijst volgens [verzoeker] dat hij verantwoord met zijn geld kan omgaan. Volgens [verzoeker] is de curatele een veel te zware maatregel voor zijn situatie. Als er al een maatregel moet gelden dan is bewind volgens [verzoeker] voldoende. [verzoeker] is het ook niet eens met de manier waarop de curator dingen heeft aangepakt. De keuze van de curator om de honden van [verzoeker] weg te halen is voor [verzoeker] zeer ingrijpend geweest. [verzoeker] vindt ook dat de curator niet genoeg inzage in zijn financiën geeft, niet goed bereikbaar is en er te weinig overleg is. Hierdoor is de relatie tussen [verzoeker] en de curator onherstelbaar beschadigd. [verzoeker] wil graag dat de curatele wordt opgeheven en dat [naam1] , zijn overbuurvrouw, zijn bewindvoerder wordt. [naam1] heeft zich hiertoe bereid verklaard.
5.3 De curator stelt dat de curatele nog steeds nodig is. [verzoeker] heeft eerder onder bewind gestaan maar dit is omgezet naar een curatele. Er is een lange geschiedenis van hulpverlening. [verzoeker] is kwetsbaar en moet beschermd worden. Zo heeft [verzoeker] iemand in huis genomen. Diegene veroorzaakte vervolgens overlast en heeft ook geprobeerd zich in te schrijven op het adres van [verzoeker] . De curator heeft dit tegen kunnen houden. [verzoeker] wordt begeleid door [naam2] en heeft nu een goede samenwerking met zijn begeleider. [verzoeker] moet op grond van zijn indicatie eigenlijk volledig begeleid wonen, maar dat wil [verzoeker] niet. [verzoeker] is eerder opgenomen geweest op een gesloten afdeling. In die periode heeft de curator de keuze moeten maken om de honden weg te doen. Er was op dat moment onvoldoende budget om de honden gedurende langere periode op te laten vangen. Volgens de curator is de bereikbaarheid en de inzage in stukken met [verzoeker] eerder besproken. Hij heeft inzage en de curator is op afgesproken tijden voor [verzoeker] en zijn begeleider bereikbaar. Volgens de curator zijn er eerder periodes geweest dat de samenwerking wat moeizamer was omdat [verzoeker] van de curatele af wilde en rondom procedures die daarover werden gevoerd. Nadien is de samenwerking steeds weer hersteld, en de curator verwacht dat nu ook weer. [verzoeker] heeft, gelet op zijn ziektebeeld waarin hij soms kampt met wanen en onrust, behoefte aan een professionele curator die sterk in zijn schoenen staat.
5.4 De moeder, de vader en de zus van [verzoeker] vinden dat de curatele moet blijven bestaan. Dit is volgens hen voor [verzoeker] het beste.
Wat vindt het hof?
5.5 Het hof vindt dat de noodzaak van de curatele nog steeds bestaat en zal het verzoek van [verzoeker] afwijzen. Onweersproken is door [verzoeker] dat in 2021 een onderbewindstelling is omgezet naar een ondercuratelestelling. Het hof stelt voorop dat het op de weg van [verzoeker] ligt om te onderbouwen dat de omstandigheden die de grond vormden om een curatele in te stellen - zijn (toenmalige) geestelijke of lichamelijke toestand - niet langer aanwezig zijn.. De enkele stelling van [verzoeker] dat hij inmiddels zelfstandig en op een verantwoorde manier keuzes kan maken, is onvoldoende onderbouwing om de curatele op te heffen. Hierin neemt het hof ook mee dat uit de stukken en hetgeen bij de mondelinge behandeling is besproken naar voren is gekomen dat [verzoeker] – met goede bedoelingen – iemand in huis heeft genomen en niet heeft overzien welke gevolgen dit voor zijn situatie heeft. Ook is [verzoeker] eerder opgenomen geweest op een gesloten afdeling wegens zijn psychische toestand. [verzoeker] is kwetsbaar en de maatregel van curatele is nog steeds noodzakelijk. De curator heeft tijdens de mondelinge behandeling verteld dat zij de relatie met [verzoeker] anders ziet dan [verzoeker] . Met [verzoeker] en zijn begeleider zijn goede afspraken gemaakt over de contacten en soms is het nodig [verzoeker] te begrenzen. Dit maakt niet dat er sprake is van een onherstelbare beschadiging van de samenwerking. Onder deze omstandigheden is het hof van oordeel dat niet is gebleken dat de noodzaak van de curatele niet meer bestaat. Het hof zal het verzoek tot opheffing van de curatele daarom afwijzen.
5.6 Nu het hof de bestreden beschikking zal bevestigen (bekrachtigen) en de curatele daardoor blijft bestaan, komt het hof niet toe aan de verzoeken van [verzoeker] om de curatele om te zetten in een bewind en mevrouw [naam1] als bewindvoerder te benoemen. Uit de stukken en het verhandelde ter zitting zijn volgens het hof bovendien geen gewichtige redenen voor het ontslag van de huidige curator gebleken.
6 De beslissing
Het hof, beschikkende in hoger beroep:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Gelderland van 7 november 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. K.A.M. van Os-ten Have, P.B. Kamminga en D.J.I. Kroezen, bijgestaan door mr. K.E. Vaartjes-de Wit als griffier, en is op 25 september 2025 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.