Terug naar bibliotheek
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

ECLI:NL:GHARL:2024:3419 - Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden - 16 mei 2024

Arrest

ECLI:NL:GHARL:2024:341916 mei 2024

Arrest inhoud

zittingsplaats Leeuwarden

Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 23 maart 2023, betreffende

wonende te [woonplaats] .

De gemachtigde van de betrokkene is F.C. Bleijs, kantoorhoudende te Heiloo.

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard en het verzoek om een proceskostenvergoeding afgewezen.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend. De gemachtigde van de betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht. De advocaat-generaal heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om daarop te reageren. Op 30 oktober 2023 en 28 november 2023 zijn e-mails van de gemachtigde van de betrokkene ontvangen. Daarin is gevraagd om de zaak op een zitting van het hof te behandelen. De advocaat-generaal heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om daarop te reageren. Op 13 december 2023 is nog een e-mail van de gemachtigde van de betrokkene ontvangen.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie van € 150,- opgelegd voor: “voor het motorrijtuig met een toegestane maximummassa van 3500 kg of minder heeft het keuringsbewijs geldigheid verloren”. Volgens een registercontrole van de RDW zou deze gedraging op 20 april 2022 zijn verricht met het voertuig met het kenteken [kenteken] .

2. De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat de onderhavige registercontrole heeft plaatsgevonden precies op de dag dat er twee maanden zijn verstreken na het verlopen van de geldigheid van het keuringsbewijs en het recht verviel om het voertuig op de weg te laten staan. Uit de door de gemachtigde overgelegde stukken blijkt dat dit steevast gebeurt. De Tweede Kamer heeft destijds ingestemd met registercontroles als deze plaatsvinden als periodieke controles met een frequentie van eens per enkele maanden. Uit de door de gemachtigde overgelegde stukken volgt echter dat geen sprake is periodieke controles, maar van permanente automatische controles van alle kentekenhouders. De wijze waarop de registercontroles worden uitgevoerd is dus in strijd met de bedoeling van de wetgever, die slechts drie controlemomenten per jaar wenste. Ook vindt er door de wijze waarop registercontroles worden uitgevoerd een inmenging plaats in de uitoefening van het recht op respect voor zijn privéleven. De inleidende beschikking is daarmee op onrechtmatige wijze tot stand gekomen en dient dan ook te worden vernietigd.

3. Uit het dossier blijkt dat het keuringsbewijs van het op naam van de betrokkene gestelde voertuig geldig was tot 18 februari 2022. Ten tijde van de registercontrole had het keuringsbewijs van het op naam van de betrokkene gestelde voertuig dus zijn geldigheid verloren. Het hof begrijpt het standpunt van de gemachtigde aldus dat nu de registercontrole niet op rechtmatige wijze heeft plaatsgevonden op grond daarvan niet kan worden vastgesteld dat de gedraging is verricht.

4. In door de gemachtigde overgelegde stukken van de Memorie van Toelichting bij de Vervanging van de Wegenverkeerswet (TK 1990-1991, 22030, nr. 3) staat voor zover relevant:

“Keuringsplicht

De verplichting tot algemene periodieke keuring van motorrijtuigen, aanhangwagens en opleggers wordt eveneens gekoppeld aan het geregistreerd staan in het kentekenregister. Voor het voldoen aan de keuringsplicht is in de eerste plaats degene die in de registratie als eigenaar of houder staat vermeld aansprakelijk. Controle op het feit of aan de keuringsplicht is voldaan wordt periodiek verricht door middel van vergelijking van de gegevens in de registratie. (…)

Controle en handhaving Ten einde de naleving van de aan het gebruik van een voertuig verbonden verplichtingen te verbeteren, worden de bestaande gegevensbestanden ten aanzien van die verplichtingen zoveel mogelijk geïntegreerd. Hierdoor wordt het mogelijk om administratief, via registercontrole, na te gaan of al dan niet aan de verzekerings-, belasting- en keuringsplicht is voldaan. (…) Het zwaartepunt van de handhaving van het vernieuwde kentekenregistratiesysteem kan aldus komen te liggen bij de raadpleging en vergelijking van registers. Dit zal op de volgende wijze plaatsvinden. In de eerste plaats is een periodieke controle voorzien. Hierbij wordt op regelmatig terugkerende tijdstippen nagegaan of aan de verplichtingen die aan het geregistreerd staan zijn verbonden, is voldaan. Indien dit niet het geval blijkt te zijn, zal een transactieaanbod kunnen worden gedaan. Voorts kan in het systeem van voertuigregistratie controle op een of meer aspecten plaatsvinden in het kader van bepaalde procedures, zoals de overschrijvingsprocedure (betreft het bijvoorbeeld een gestolen voertuig), de invordering van het kentekenbewijs, alsmede de uitvoering van de APK (controle op bepaalde technische gegevens). Ten slotte zal in het kader van de afhandeling van verkeersovertredingen eveneens kunnen worden nagegaan of aan de verplichtingen die uit de registratie voortvloeien is voldaan. (…)”

5. Op de openbaar toegankelijke website van de RDW wordt vermeld dat de registercontroles die de RDW in zaken als de onderhavige uitvoert worden gedaan met behulp van een algoritme dat het kentekenregister vergelijkt met het keuringsregister en dat tijdens deze controle slechts de kentekens naar voren komen die niet voldoen aan de APK-keuringsplicht. Dit algoritme gebruikt persoonsgegevens, zoals het BSN-nummer en NAW-gegevens in combinatie met het kenteken. Ook het geslacht, zaaknummer, geboortedatum en de RDW-persoonssleutel worden gebruikt. Deze sleutel wordt automatisch aangemaakt en gekoppeld aan een persoon zodra deze in het register van de RDW is vastgelegd. Het algoritme kijkt ook of het voertuig voorzien is van een geldige APK. Het algoritme gebruikt het BSN-nummer in combinatie met het kentekennummer ter identificatie van de betrokken kentekenhouder. Dit algoritme beslist niet of een kentekenhouder een boete opgelegd krijgt. Dit algoritme selecteert alleen welke kentekenhouders in overtreding lijken te zijn. Voordat een boete daadwerkelijk wordt opgelegd vindt eerst een controle plaats op de juistheid van de gegevens en op eventuele ontwikkelingen. Deze controle wordt gedaan door een medewerker van de RDW.

6. Naar het oordeel van het hof volgt uit de door de gemachtigde overgelegde stukken niet dat de wijze waarop registercontroles worden uitgevoerd in strijd is met de bedoeling van de wetgever. Uit de hierboven aangehaalde passage uit de Memorie van Toelichting blijkt niet dat het de bedoeling van de wetgever was dat in zaken als de onderhavige slechts drie controlemomenten per jaar mogen plaatsvinden, zoals gesteld door de gemachtigde. Hieruit blijkt dat de controle of aan de keuringsplicht is voldaan in de eerste plaats periodiek wordt verricht door het uitvoeren van een registervergelijking, maar ook dat er controle kan plaatsvinden op een of meer aspecten in het kader van bepaalde procedures. Voor zover het algoritme met behulp waarvan de registercontroles worden uitgevoerd gebruik maakt van de gegevens met betrekking tot de vervaldatum van het keuringsbewijs van een voertuig met een bepaald kenteken is dit hiermee niet in strijd.

7. Met betrekking tot de grond van de gemachtigde dat de wijze waarop registercontroles worden uitgevoerd een inmenging oplevert in de uitoefening van het recht van een ieder op respect voor zijn privéleven overweegt het hof het volgende. Op grond van artikel 8, eerste lid, van het Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) heeft een ieder recht op respect voor zijn privéleven. Hierop is geen inmenging van enig openbaar gezag toegestaan, dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

8. Het hof stelt vast dat bij registercontroles in zaken als de onderhavige de gegevens in het kentekenregister met behulp van een algoritme worden vergeleken met die in het keuringsregister. Daarbij kan enkel informatie worden verkregen over een voertuig met een bepaald kenteken. De uit deze registers kenbare informatie is beperkt tot de tenaamgestelde van het kenteken en de vraag of het voertuig al dan niet is gekeurd en met ingang van en tot welke datum. Gelet hierop kan niet worden geoordeeld dat bij het uitvoeren van registercontroles zodanige gegevens worden verstrekt dat daardoor het recht van een ieder op respect van zijn privéleven is geschonden of sprake is van inmenging in de uitoefening van dit recht als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van het EVRM.

9. Het voorgaande brengt mee dat de grond van de gemachtigde dat de registercontrole niet op rechtmatige wijze heeft plaatsgevonden faalt. De beslissing van de kantonrechter zal worden bevestigd. Voor het toekennen van een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

10. Met betrekking tot het verzoek van de gemachtigde om de zaak op een zitting van het hof te behandelen overweegt het hof nog het volgende. In artikel 20a, eerste lid, van de Wahv staat dat een partij schriftelijk kan verzoeken om een behandeling ter zitting en dat zodanig verzoek wordt ingediend bij het beroepschrift of, indien een verweerschrift is ingediend, uiterlijk binnen twee weken na verzending daarvan door het gerechtshof aan de wederpartij. Dat heeft de gemachtigde niet gedaan. Nu het verzoek van de gemachtigde niet tijdig is gedaan, wordt daaraan geen gevolg gegeven. Met betrekking tot de opmerking dat aan de gemachtigde niet op voorhand is meegedeeld dat slechts op de in artikel 20a, eerste lid, van de Wahv genoemde momenten om een zitting kan worden verzocht wordt de gemachtigde gewezen op de rechtsmiddelverwijzing onder de beslissing van de kantonrechter waarin erop wordt gewezen dat de procedure bij het hof schriftelijk verloopt, tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd. Verder is het zo dat de gemachtigde rechtskundige bijstand verleend en geacht mag worden zich op de hoogte te stellen van de mogelijkheden tot het doen van een zittingsverzoek.

11. Anders dan de gemachtigde stelt levert afwijzing van zijn zittingsverzoek geen schending op van artikel 6, eerste lid, van het EVRM. In dit artikel ligt het recht op toegang tot de rechter besloten, inhoudende het recht op een openbare behandeling van de zaak, het recht om daarbij aanwezig te zijn en zich aldaar te kunnen verdedigen tegen oplegging van de sanctie. Dit artikel bevat geen recht op hoger beroep. In dit geval heeft de betrokkene toegang tot de rechter gehad.

De kantonrechter heeft de zaak van de betrokkene behandeld op een openbare zitting, de gemachtigde is in de gelegenheid gesteld om daarbij aanwezig te zijn en die is ook ter zitting verschenen.

De beslissing

Het gerechtshof:

bevestigt de beslissing van de kantonrechter;

wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.

Dit arrest is gewezen door mr. Beswerda, in tegenwoordigheid van mr. Starreveld als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.