ECLI:NL:CRVB:2025:1014 - Centrale Raad van Beroep - 10 juli 2025
Uitspraak
Rechtsgebieden
Uitspraak inhoud
24/1753 ZW-VER
Datum beslissing: 10 juli 2025
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Beslissing op het verzoek om verschoning gedaan door
[verzoeker] (verzoeker)
PROCESVERLOOP
In de zaak 24/1753 ZW, die op 30 juli 2025 ter zitting zal worden behandeld, heeft verzoeker, die als lid van de meervoudige kamer is belast met de behandeling van deze zaak, op 9 juli 2025 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
OVERWEGINGEN
-
Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 van de Awb elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen. In artikel 8:15 van de Awb is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
-
Verzoeker heeft zijn verzoek om verschoning, samengevat, als volgt gemotiveerd. In de onderhavige zaak wordt een van de partijen bijgestaan door een advocaat van een advocatenkantoor waaraan ook verzoeker verbonden is geweest. Verzoeker was van 2007 tot 2021 samen met (onder meer) deze advocaat partner bij dat kantoor en van 1997 tot 2007 waren zij kantoorgenoten. Verzoeker heeft verder in het verleden ook zelf als advocaat opgetreden voor de betreffende partij. Hoewel zaken van advocaten van dit kantoor op de ‘belemmeringenlijst’ van verzoeker staan, is dat kennelijk bij de verzending van de uitnodiging voor de zitting over het hoofd gezien. Om schade aan de (en zijn) rechterlijke onafhankelijkheid te voorkomen, vraagt verzoeker om vervanging.
-
De Raad acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
-
Gelet op het vorenstaande wordt het verzoek toegewezen.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om verschoning toe.
Deze beslissing is gegeven door E.J.M. Heijs als voorzitter en E.C.E. Marechal en J.J. Janssen als leden, in tegenwoordigheid van M.D.F. de Moor als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 juli 2025.
(getekend) E.J.M. Heijs
(getekend) M.D.F. de Moor