ECLI:NL:CRVB:2024:490 - Centrale Raad van Beroep - 28 februari 2024
Uitspraak
Uitspraak inhoud
23 3005 ANW
Datum uitspraak: 29 februari 2024
Centrale Raad van Beroep Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 september 2023, 22/3002 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] ( Marokko ) (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
Zitting heeft: M.L. Noort, als lid van de enkelvoudige kamer Griffier: L.C. van Bentum
Partijen zijn niet verschenen.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
De echtgenoot van appellante ontving een AOW
De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard en daarmee het bestreden besluit in stand gelaten. De rechtbank overweegt dat om recht te hebben op een ANW-uitkering, iemand nabestaande moet zijn in de zin van de ANW
Appellante is het met de uitspraak van de rechtbank niet eens. Appellante voert aan dat zij de weduwe is van haar overleden echtgenoot en zij voor de kinderen geld nodig heeft om hen te verzorgen. Ook heeft zij geld nodig voor haar eigen verzorging.
Wat appellante in hoger beroep heeft aangevoerd, is een herhaling van de gronden die zij bij de rechtbank heeft ingebracht. Wat de rechtbank heeft geoordeeld is juist. In het bestreden besluit en in de aangevallen uitspraak is uiteengezet waarom appellante geen ANW-uitkering krijgt. De Raad neemt dit over. Dat appellant verantwoordelijk is voor de kinderen, leidt niet tot een ander oordeel. Het gaat er namelijk om dat haar echtgenoot op de datum van overlijden niet was verzekerd voor de ANW. Daarom is appellante geen nabestaande in de zin van de ANW en kan zij dus geen ANW-uitkering krijgen. De aangevallen uitspraak moet dan ook worden bevestigd.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) L.C. van Bentum (getekend) M.L. Noort
Voor eensluidend afschrift de griffier van de Centrale Raad van Beroep
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH Den Haag) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen over het begrip verzekerde.
Algemene Ouderdomswet.
Algemene Nabestaandenwet.
Artikel 14 in samenhang met artikel 1, aanhef en onder d, van de ANW.
Artikel 13, eerste lid, van de ANW.
Artikel 13a van de ANW.
Hoofdstuk 5 van de ANW.