Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 6. Zorginstituut en overige taken en bevoegdheden van het CAK
Paragraaf 6.2. Taken en bevoegdheden van het Zorginstituut, voor zover niet elders geregeld en overige taken en bevoegdheden van het CAK
Artikel 64

Artikel 64

Laatste versie

1 Het Zorginstituut bevordert de eenduidige uitleg van de aard, inhoud en omvang van de prestaties, bedoeld in artikel 11.

2 Het Zorginstituut kan de zorgverzekeraars met het oog hierop richtlijnen geven.

Details

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2015. Zie het overzicht van wijzigingen]

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad59x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2018:469 - Stand van Wetenschap en Praktijk: De Bewijskracht van Zorginstituut-adviezen

ECLI:NL:HR:2018:46930 maart 2018Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Standpunten van het Zorginstituut (voorheen CVZ) over de 'stand van de wetenschap en praktijk' zijn niet bindend, maar een rechter die ervan afwijkt moet dit deugdelijk motiveren. Het criterium vereist deugdelijk wetenschappelijk bewijs en niet slechts praktijkervaring of een succesvolle individuele behandeling.

Civiel RechtGezondheidsrecht, Verzekeringsrecht, Burgerlijk Procesrecht
Hoge Raad24x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:306

ECLI:NL:HR:2017:30624 februari 2017Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad17x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2023:95 - Criteria medisch-specialistische zorg: 'plegen te bieden' en rol beroepsrichtlijnen

ECLI:NL:HR:2023:9527 januari 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad bevestigt dat voor de vraag of zorg als medisch-specialistisch geldt, de duiding van het Zorginstituut (gebaseerd op beroepsrichtlijnen) het uitgangspunt is. Een rechter mag bij de invulling van het criterium 'plegen te bieden' ook het criterium 'stand van de wetenschap en praktijk' betrekken.

Civiel RechtVerzekeringsrecht, Gezondheidsrecht
Hoge Raad8x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1788

ECLI:NL:HR:2019:178815 november 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak