Artikel 31
1. Het is verboden een wapen of munitie van de categorieën II en III over te dragen.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op het overdragen aan personen die gerechtigd zijn het wapen of de munitie voorhanden te hebben.
3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden wapens van categorie II of III over te dragen zonder inontvangstneming van het in artikel 32 bedoelde verlof tot verkrijging.
4. Het is verboden een wapen van categorie IV over te dragen aan een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt.
5. Bij regeling van Onze Minister kan vrijstelling van het verbod van het vierde lid worden verleend in het kader van in verenigingsverband beoefende sporten.
6. Het eerste tot en met derde lid zijn ook van toepassing op verkoop middels een overeenkomst op afstand als bedoeld in artikel 230g, eerste lid, onderdeel e, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2017:413 - Financiële steun aan terroristische organisatie: wanneer is sprake van deelneming?
De Hoge Raad oordeelt dat voor 'deelneming' aan een terroristische organisatie (art. 140a Sr) méér nodig is dan alleen financiële steun. Naast het verrichten van een ondersteunende handeling moet ook bewezen worden dat de verdachte daadwerkelijk 'behoort tot het samenwerkingsverband' van de organisatie.
ECLI:NL:HR:2017:575 - LTTE als terroristische organisatie: geen exclusieve werking internationaal humanitair recht
In een niet-internationaal gewapend conflict sluit de toepasselijkheid van internationaal humanitair recht de toepassing van nationaal (commuun) strafrecht, zoals terrorismewetgeving, niet uit. Deelneming aan de LTTE kan daarom worden vervolgd als deelneming aan een terroristische organisatie onder de Nederlandse strafwet.
ECLI:NL:HR:2018:155 - Toelaatbaarheid Inzet Infiltranten: Predispositie Verdachte Voldoende voor Tallon-criterium
De inzet van infiltranten is toelaatbaar als de verdachte een predispositie had om het delict te plegen. Het is niet vereist dat de verdachte al een begin had gemaakt met de strafbare gedragingen. De Hoge Raad verduidelijkt hiermee het Tallon-criterium in lijn met EHRM-jurisprudentie.
ECLI:NL:HR:2010:BM2562
ECLI:NL:HR:2023:688
ECLI:NL:HR:2007:AZ5473
ECLI:NL:HR:2014:365
ECLI:NL:HR:2017:574 - Terrorismewetgeving en oorlogsrecht: geen immuniteit bij intern gewapend conflict
Deelnemers aan een niet-internationaal gewapend conflict genieten geen immuniteit voor strafvervolging onder nationaal recht. Het humanitair oorlogsrecht (gemeenschappelijk artikel 3 Verdragen van Genève) sluit de toepassing van de commune (terrorisme)strafwetgeving niet uit. Handelingen kunnen gelijktijdig als terroristisch misdrijf worden gekwalificeerd.
ECLI:NL:HR:2002:AE1173
ECLI:NL:HR:2019:604 - Grenzen van kroongetuigendeals: toezeggingen, ontneming en getuigenbescherming
De Hoge Raad verduidelijkt de wettelijke grenzen van toezeggingen aan kroongetuigen. Afspraken over getuigenbescherming en een gemotiveerd besluit tot niet-ontneming vallen buiten de strikte, rechterlijk getoetste deal over strafvermindering, maar vereisen wel transparantie naar de rechter-commissaris.