Artikel 1
In deze wet wordt verstaan onder: 1°. Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid; 2°. de korpschef: de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012; 3°. vuurwapen: een voorwerp bestemd of geschikt om projectielen of stoffen door een loop af te schieten, waarvan de werking berust op het teweegbrengen van een scheikundige ontploffing of een andere scheikundige reactie; 4°. munitie: patronen en andere voorwerpen, bestemd of geschikt om een projectiel of een giftige, verstikkende, weerloosmakende, traanverwekkende of soortgelijke stof door middel van een vuurwapen af te schieten of te verspreiden, alsmede projectielen, bestemd om afgeschoten te worden door middel van een vuurwapen; 5°. beheerder: degene die onmiddellijk leiding geeft aan de uitoefening van een bedrijf, waarin wapens en munitie worden vervaardigd, getransformeerd, uitgewisseld, verhuurd of anderszins ter beschikking gesteld, hersteld, beproefd of verhandeld; 6°. bestemming: de onmiddellijke bestemming van de in een consentaanvraag omschreven wapens en munitie, aangevuld met de eindbestemming daarvan indien ten tijde van de consentaanvraag bekend is dat de wapens en munitie vanuit de onmiddellijke bestemming zullen worden doorgevoerd; 7°. binnenkomen en uitgaan: het binnen het grondgebied van Nederland komen, respectievelijk het verlaten van het grondgebied van Nederland; 8°. doorvoer: binnenkomen gevolgd door uitgaan; 9°. vervoer van een wapen: het op de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaatsen bij zich hebben van een wapen dat zodanig is verpakt, dat het niet voor onmiddellijk gebruik kan worden aangewend; vervoer van munitie: het op de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaatsen bij zich hebben van munitie; 10°. dragen van een wapen: het op de openbare weg of andere voor het publiek toegankelijke plaatsen bij zich hebben van een wapen anders dan voor vervoer in de onder 9° bedoelde zin; 11°. overdragen: het aan een ander doen overgaan van de feitelijke macht; 12°. Europese vuurwapenpas: het document bedoeld in artikel 1, derde lid, van Richtlijn (EEG) 91/477 (richtlijn)van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PbEG L 256/51); 13°. verordening (EU) nr. 258/2012: Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (VN-protocol inzake vuurwapens), en tot vaststelling van uitvoervergunningen voor vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en maatregelen betreffende de invoer en doorvoer ervan (PbEU 2012, L 94); 14°. uitvoer: uitvoer als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van verordening (EU) nr. 258/2012; 15°. uitvoervergunning: een uitvoervergunning als bedoeld in artikel 2, veertiende lid, van verordening (EU) nr. 258/2012; 16°. de Richtlijn: Richtlijn (EEG) 91/477 (richtlijn)van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (PbEG L 256/51); 17°. essentieel onderdeel van een vuurwapen: een essentieel onderdeel als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 2, van de Richtlijn van een vuurwapen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 1, in samenhang met bijlage I, van de Richtlijn; 18°. onbruikbaar gemaakte vuurwapens: vuurwapens als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 1, in samenhang met bijlage I, van de Richtlijn die voorgoed onbruikbaar zijn gemaakt als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel 6, van de Richtlijn.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2020:504 - Wapens voorhanden hebben: bewust aanraken en nabijheid is voldoende
Het bewust aanraken van wapens en vervolgens enkele uren in de directe nabijheid ervan verblijven is, ondanks het korte tijdsbestek, voldoende om de vereiste bewustheid en beschikkingsmacht voor 'voorhanden hebben' in de zin van de Wet wapens en munitie aan te nemen.
ECLI:NL:HR:2011:BP5992
ECLI:NL:HR:2018:1943 - Voorwaardelijk Opzet en Bewijswaardering Getuigenverklaringen in Hoger Beroep
Het hof mag getuigenverklaringen die de rechtbank onbetrouwbaar achtte wel voor het bewijs gebruiken, mits het dit deugdelijk motiveert. Gericht schieten met een vuurwapen kan, ondanks ontkenning, duiden op voorwaardelijk opzet op de dood, gezien de uiterlijke verschijningsvorm van de gedraging.
ECLI:NL:HR:1994:AB7528
ECLI:NL:HR:2011:BP7544
ECLI:NL:HR:2010:BN2370
ECLI:NL:HR:2020:1693
ECLI:NL:HR:2017:467
ECLI:NL:HR:1997:ZD0737
ECLI:NL:HR:2017:827 - Onverontschuldigbare dwaling over verboden wapenbezit: AVAS-verweer terecht verworpen
Een beroep op afwezigheid van alle schuld (AVAS) wegens rechtsdwaling slaagt niet als de verdachte slechts stelt dat de legaliteit 'onduidelijk' was. Vereist is dat de verdachte in de overtuiging verkeerde dat zijn gedraging geoorloofd was, hetgeen niet aannemelijk is bij bekendheid met een NFI-rapport dat het tegendeel stelt.