Artikel 32
Tenzij hiervoor een ontheffing, vrijstelling of vergunning als bedoeld in artikel 21, derde lid, is verleend of in het geval geen goedkeuring is vereist op grond van artikel 21, vijfde lid, is het verboden: a. een niet goedgekeurd voertuig te gebruiken of op de weg te laten staan; b. een niet goedgekeurd systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk en voorziening te gebruiken in een voertuig; c. een systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk en voorziening te gebruiken in een voertuig waarvoor het betreffende systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of de voorziening niet is goedgekeurd; d. een niet goedgekeurde voorziening die ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers is ontworpen en gebouwd te gebruiken.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2010:BM0255
ECLI:NL:HR:2005:AR8436
ECLI:NL:HR:2021:1792 - Invordering rijbewijs: vordering tot overgifte of feitelijke ontvangst als startpunt?
De Hoge Raad oordeelt dat de tien-dagentermijn voor de officier van justitie om een rijbewijs in te houden, pas start na de daadwerkelijke ontvangst van het rijbewijs. De 'invordering' is dus niet de vordering tot overgifte, maar de feitelijke inontvangstneming.