Artikel 26
1. De Dienst Wegverkeer trekt een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring in, indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend, daarom verzoekt; of b. blijkt dat de goedkeuring ten onrechte is verleend.
2. De Dienst Wegverkeer kan een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring schorsen of intrekken indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend een voertuig of systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan of de voorziening ter bescherming van inzittenden van voertuigen en kwetsbare weggebruikers doet of laat doorgaan voor goedgekeurd, terwijl die goedkeuring niet overeenstemt met het type waarvoor de goedkeuring is verleend; b. het voertuig of systeem, onderdeel, technische eenheid, voertuigdeel, uitrustingsstuk of voorziening voor een voertuig of aanhangwagen daarvan of de voorzieningen ter bescherming van inzittenden of kwetsbare weggebruikers waarvoor de goedkeuring is verleend, desalniettemin een ernstig gevaar vormt voor de gezondheid, de veiligheid, het milieu of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang; c. de verplichtingen, bedoeld in artikel 23, tweede lid, 25 of 28, tweede lid, niet worden nagekomen; of d. degene aan wie de goedkeuring is verleend, handelt in strijd met een of meer andere uit de goedkeuring voortvloeiende verplichtingen.
3. De Dienst Wegverkeer kan een door hem verleende nationale typegoedkeuring of -individuele goedkeuring of VN/ECE-goedkeuring schorsen indien de goedkeuring ten onrechte lijkt te zijn verleend.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:1996:ZD0442
ECLI:NL:HR:1982:AD6952
ECLI:NL:HR:2007:BA7952
ECLI:NL:HR:1978:AC2616
ECLI:NL:HR:1994:ZC9699
ECLI:NL:HR:2005:AT3993
ECLI:NL:HR:1985:AC0823
ECLI:NL:HR:2017:2317 - Zevende herzieningsaanvraag: causaliteit en het complex van handelen en nalaten
De Hoge Raad wijst de herzieningsaanvraag af. Nieuwe deskundigenrapporten over de medische doodsoorzaak vormen geen 'novum', omdat de veroordeling voor moord is gebaseerd op het gehele complex van opzettelijk handelen en nalaten van de aanvrager, niet op één specifieke medische oorzaak.