Artikel 165
1. Indien een bij deze wet als misdrijf strafbaar gesteld feit wordt begaan door een bij de ontdekking van het feit onbekend gebleven bestuurder van een motorrijtuig, is de eigenaar of houder van dat motorrijtuig verplicht op vordering van een der in artikel 159 bedoelde personen binnen een daarbij te stellen termijn, die ten minste achtenveertig uren bedraagt, de naam en het volledige adres van de bestuurder bekend te maken.
2. Het eerste lid geldt niet, indien de eigenaar of houder niet heeft kunnen vaststellen wie de bestuurder was en hem daarvan redelijkerwijs geen verwijt kan worden gemaakt.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2021:1931 - Motiveringsplicht getuigenverzoek: onderscheid getuige à charge en à décharge na Keskin
De versoepelde motiveringseis voor een getuigenverzoek (post-Keskin) geldt alleen voor getuigen die al een belastende verklaring hebben afgelegd. Voor een verzoek tot het horen van een getuige die nog geen verklaring heeft afgelegd, blijft de reguliere motiveringsplicht van de verdediging gelden.