Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk VI. Rijvaardigheid en rijbevoegdheid
Afdeling 1. Rijbewijsplicht
Artikel 107

Artikel 107

Laatste versie

1. Aan de bestuurder van een motorrijtuig op de weg dient door de daartoe bevoegde autoriteit een rijbewijs te zijn afgegeven voor het besturen van motorrijtuigen van de categorie waartoe dat motorrijtuig behoort.

2. Het rijbewijs dient:

a. te voldoen aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen inzake inrichting, uitvoering en invulling, b. zijn geldigheid niet te hebben verloren, en c. behoorlijk leesbaar te zijn.

3. Op het rijbewijs wordt, indien de aanvrager:

a. als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen:

1°. het in de basisregistratie opgenomen burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, vermeld op de bij ministeriële regeling vastgestelde wijze, en 2°. overeenkomstig bij ministeriële regeling gegeven regels een publiek identificatiemiddel als bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Wet digitale overheid geplaatst, dan wel

b. niet als ingezetene is ingeschreven in de basisregistratie personen een bij ministeriële regeling vastgestelde aanduiding vermeld.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad295x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:1252 - Hoge Raad stelt kaders voor procesafspraken in strafzaken - 26 september 2022

ECLI:NL:HR:2022:125226 september 2022Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak

Procesafspraken zijn toegestaan, maar de rechter behoudt zijn zelfstandige verantwoordelijkheid. De rechter moet toetsen of de verdachte vrijwillig, geïnformeerd en ondubbelzinnig afstand doet van verdedigingsrechten, en is niet gebonden aan het voorstel als de uitkomst onredelijk is in verhouding tot de ernst van de zaak.

StrafrechtStrafprocesrecht, Europees Strafrecht
Internationaal PubliekrechtMensenrechten
Hoge Raad74x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2020:1684 - Verzending en bewaring bloedmonster: waarborgen bij onderzoek drugsgebruik in verkeer - 26 oktober 2020

ECLI:NL:HR:2020:168426 oktober 2020Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

De Hoge Raad oordeelt dat het verzenden van een bloedmonster naar het NFI, dat het vervolgens gekoeld bewaart en na acht dagen doorstuurt naar een buitenlands lab, voldoet aan de waarborgen voor een 'onderzoek' ex art. 8 lid 5 WVW 1994.

StrafrechtMaterieel Strafrecht, Strafprocesrecht
Hoge Raad53x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:1146 - Bewijsvoering voor rijden met ongeldig verklaard rijbewijs (art. 9 WVW 1994) - 8 juli 2019

ECLI:NL:HR:2019:11468 juli 2019Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een veroordeling wegens rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs (art. 9 lid 2 WVW 1994) moet uit de bewijsvoering blijken dat het besluit tot ongeldigverklaring is bekendgemaakt en van kracht was, en dat de bestuurder hiervan wist of redelijkerwijs moest weten.

Hoge Raad35x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2008:BD3662 - Hoge Raad - 29 september 2008

ECLI:NL:HR:2008:BD366229 september 2008Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad34x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2004:AO5706 - Hoge Raad - 3 mei 2004

ECLI:NL:HR:2004:AO57063 mei 2004Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad31x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2012:BV6999 - Herstel vormverzuim hoger beroep door verschijning ter zitting - 19 maart 2012

ECLI:NL:HR:2012:BV699919 maart 2012Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een vormverzuim in de schriftelijke volmacht voor het instellen van hoger beroep, zoals een ontbrekende verklaring in strijd met art. 450 Sv, leidt niet tot niet-ontvankelijkheid als de verdachte of diens gemachtigde raadsman ter zitting verschijnt en de wens tot hoger beroep bevestigt.

StrafrechtStrafprocesrecht
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2015:2773 - Ne bis in idem: rijden zonder rijbewijs en rijden onder invloed - 21 september 2015

ECLI:NL:HR:2015:277321 september 2015Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak

Rijden zonder rijbewijs (art. 107 WVW 1994) en rijden onder invloed (art. 8 WVW 1994) zijn geen 'hetzelfde feit' in de zin van artikel 68 Sr. De delicten beschermen verschillende rechtsgoederen en de gedragingen verschillen naar de kern. Een afzonderlijke vervolging is dus toegestaan.

Hoge Raad16x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2022:286 - Bewijsmotivering bij rijden met ongeldig verklaard rijbewijs (art. 9 lid 2 WVW) - 21 februari 2022

ECLI:NL:HR:2022:28621 februari 2022Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Voor een bewezenverklaring van rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs (art. 9 lid 2 WVW 1994) moet de rechter motiveren dat de verdachte wist of redelijkerwijs moest weten van de ongeldigverklaring. Een politieregistratie met de ingangsdatum van de ongeldigheid is daarvoor onvoldoende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:4064 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 13 juni 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:406413 juni 2024Dit wetsartikel wordt 5 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2009:BI4060 - Hoge Raad - 6 juli 2009

ECLI:NL:HR:2009:BI40606 juli 2009Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak