Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3. Bestemmings- en inpassingsplannen
Afdeling 3.2. Bepalingen omtrent de procedure van het bestemmingsplan
Artikel 3.7

Artikel 3.7

Laatste versie

1. De gemeenteraad kan verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid.

2. Bij het voorbereidingsbesluit wordt bepaald voor welk gebied het geldt en met ingang van welke dag het in werking treedt.

3. Om te voorkomen dat een bij het voorbereidingsbesluit aangewezen gebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de daaraan bij het plan te geven bestemming, kan artikel 3.3 overeenkomstig worden toegepast.

4. Om te voorkomen dat een bij een voorbereidingsbesluit aangewezen gebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van een daaraan bij het plan te geven bestemming, kan bij het besluit tevens worden bepaald dat het verboden is het gebruik van daarbij aangewezen gronden of bouwwerken te wijzigen. Hierbij kan mede worden bepaald dat binnen de bij het voorbereidingsbesluit te geven regels bij een omgevingsvergunning van het verbod kan worden afgeweken.

5. Een voorbereidingsbesluit vervalt, indien niet binnen een jaar na de datum van inwerkingtreding daarvan een ontwerp voor een bestemmingsplan ter inzage is gelegd.

6. Een voorbereidingsbesluit vervalt tevens op het moment waarop het bestemmingsplan ter voorbereiding waarvan het besluit is genomen, in werking treedt.

7. Een voorbereidingsbesluit wordt bekendgemaakt door terinzagelegging van dit besluit. Artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing.

8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de vormgeving, inrichting en beschikbaarstelling van het voorbereidingsbesluit.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:7669 - Rechtbank Gelderland - 5 november 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:76695 november 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3532 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 30 mei 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:353230 mei 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:4168 - Raad van State - 15 oktober 2024

ECLI:NL:RVS:2024:416815 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:3675 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 5 juni 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:36755 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2443 - Raad van State - 13 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:244313 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBLIM:2024:1516 - Rechtbank Limburg - 21 maart 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:151621 maart 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2023:4853 - Raad van State - 26 december 2023

ECLI:NL:RVS:2023:485326 december 2023Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Gelderland

ECLI:NL:RBGEL:2024:3310 - Rechtbank Gelderland - 30 mei 2024

ECLI:NL:RBGEL:2024:331030 mei 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:1446 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 26 februari 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:144626 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Midden-Nederland

ECLI:NL:RBMNE:2024:1150 - Rechtbank Midden-Nederland - 22 februari 2024

ECLI:NL:RBMNE:2024:115022 februari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak