Artikel 3.6
1. Bij een bestemmingsplan kan worden bepaald dat met inachtneming van de bij het plan te geven regels:
a. burgemeester en wethouders binnen bij het plan te bepalen grenzen het plan kunnen wijzigen; b. burgemeester en wethouders het plan moeten uitwerken; c. bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij het plan aan te geven regels; d. burgemeester en wethouders ten aanzien van in het plan omschreven onderwerpen of onderdelen nadere eisen kunnen stellen.
2. Een wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in het eerste lid, onder a, kan mede een uitwerkingsplicht als bedoeld in het eerste lid, onder b, inhouden.
3. Een wijziging of uitwerking als bedoeld in het eerste lid, onder a of b, maakt deel uit van het plan en kan, zolang de bestemming nog niet is verwezenlijkt, worden vervangen door een nieuwe wijziging of uitwerking.
4. Belanghebbenden worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijzen omtrent een voorgenomen nadere eis als bedoeld in het eerste lid naar voren te brengen.
Details
[Regeling vervallen per 01-01-2024]
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:RBDHA:2023:19926 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023
ECLI:NL:RBNNE:2024:1575 - Rechtbank Noord-Nederland - 19 maart 2024
ECLI:NL:RBDHA:2023:19923 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023
ECLI:NL:RBDHA:2023:19922 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023
ECLI:NL:RBDHA:2023:19921 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023
ECLI:NL:RBDHA:2023:19920 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023
ECLI:NL:RVS:2024:1012 - Raad van State - 19 maart 2024
ECLI:NL:HR:2015:1730 - Exploitatieovereenkomst en overgangsrecht Wro: bepaling van het toepasselijke recht - 25 juni 2015
Het overgangsrecht voor exploitatieovereenkomsten wordt bepaald door artikel 9.1.17 Invoeringswet Wro, niet door artikel 9.1.5. Wanneer een overeenkomst ná de inwerkingtreding van de Wro wordt gesloten en niet strekt ter uitvoering van een bestemmingsplan van vóór die datum, is het nieuwe recht (Wro) van toepassing.