Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 3A. Beheersverordening
Artikel 3.38

Artikel 3.38

Laatste versie

1. Onverminderd de gevallen waarin bij of krachtens wettelijk voorschrift een bestemmingsplan is vereist, kan de gemeenteraad in afwijking van artikel 3.1 voor die delen van het grondgebied van de gemeente waar geen ruimtelijke ontwikkeling wordt voorzien, in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening vaststellen waarin het beheer van dat gebied overeenkomstig het bestaande gebruik wordt geregeld.

2. De verordening wordt in elk geval binnen tien jaar na de vaststelling herzien. Artikel 3.1, vierde lid, en vijfde lid, eerste en tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing.

3. Om overeenkomstig de verordening bestaand gebruik te handhaven en te beschermen kan bij de verordening worden bepaald dat het verboden is om binnen daartoe aangegeven gebied zonder omgevingsvergunning:

a. bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren; b. bouwwerken te slopen.

4. Bij de verordening kan worden bepaald dat, met inachtneming van de bij de verordening te geven regels, bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van bij de verordening aan te geven regels.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de vormgeving, inrichting en beschikbaarstelling en nadere regels omtrent de inhoud van de verordening.

6. Artikel 3.6a is van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat voor «bestemmingsplan» wordt gelezen: beheersverordening.

Details

[Regeling vervallen per 01-01-2024]

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:5350 - Rechtbank Rotterdam - 9 juni 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:53509 juni 2024Dit wetsartikel wordt 20 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:1764 - Raad van State - 30 april 2024

ECLI:NL:RVS:2024:176430 april 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:1670 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 11 maart 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:167011 maart 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:7145 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 21 oktober 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:714521 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:1902 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 17 maart 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:190217 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:19921 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:1992113 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:19926 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:1992613 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:19923 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:1992313 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2023:19920 - Rechtbank Den Haag - 13 december 2023

ECLI:NL:RBDHA:2023:1992013 december 2023Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Raad van State2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RVS:2024:2284 - Raad van State - 3 juni 2024

ECLI:NL:RVS:2024:22843 juni 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak