Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk IVA. Bijzondere bevoegdheden van de ondernemingsraad
Artikel 25

Artikel 25

Laatste versie

1. De ondernemingsraad wordt door de ondernemer in de gelegenheid gesteld advies uit te brengen over elk door hem voorgenomen besluit tot:

a. overdracht van de zeggenschap over de onderneming of een onderdeel daarvan; b. het vestigen van, dan wel het overnemen of afstoten van de zeggenschap over, een andere onderneming, alsmede het aangaan van, het aanbrengen van een belangrijke wijziging in of het verbreken van duurzame samenwerking met een andere onderneming, waaronder begrepen het aangaan, in belangrijke mate wijzigen of verbreken van een belangrijke financiële deelneming vanwege of ten behoeve van een dergelijke onderneming; c. beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming of van een belangrijk onderdeel daarvan; d. belangrijke inkrimping, uitbreiding of andere wijziging van de werkzaamheden van de onderneming; e. belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming, dan wel in de verdeling van bevoegdheden binnen de onderneming; f. wijziging van de plaats waar de onderneming haar werkzaamheden uitoefent; g. het groepsgewijze werven of inlenen van arbeidskrachten; h. het doen van een belangrijke investering ten behoeve van de onderneming; i. het aantrekken van een belangrijk krediet ten behoeve van de onderneming; j. het verstrekken van een belangrijk krediet en het stellen van zekerheid voor belangrijke schulden van een andere ondernemer, tenzij dit geschiedt in de normale uitoefening van werkzaamheden in de onderneming; k. invoering of wijziging van een belangrijke technologische voorziening; l. het treffen van een belangrijke maatregel in verband met de zorg van de onderneming voor het milieu, waaronder begrepen het treffen of wijzigen van een beleidsmatige, organisatorische en administratieve voorziening in verband met het milieu; m. vaststelling van een regeling met betrekking tot het zelf dragen van het risico, bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen; n. het verstrekken en het formuleren van een adviesopdracht aan een deskundige buiten de onderneming betreffende een der hiervoor bedoelde aangelegenheden.

Het onder b bepaalde, alsmede het onder n bepaalde, voor zover dit betrekking heeft op een aangelegenheid als bedoeld onder b, is niet van toepassing wanneer de andere onderneming in het buitenland gevestigd is of wordt en redelijkerwijs niet te verwachten is dat het voorgenomen besluit zal leiden tot een besluit als bedoeld onder c-f ten aanzien van een onderneming die door de ondernemer in Nederland in stand wordt gehouden.

2. De ondernemer legt het te nemen besluit schriftelijk aan de ondernemingsraad voor. Het advies moet op een zodanig tijdstip worden gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.

3. Bij het vragen van advies wordt aan de ondernemingsraad een overzicht verstrekt van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluit naar te verwachten valt voor de in de onderneming werkzame personen zal hebben en van de naar aanleiding daarvan voorgenomen maatregelen.

4. De ondernemingsraad brengt met betrekking tot een voorgenomen besluit als bedoeld in het eerste lid geen advies uit dan nadat over de betrokken aangelegenheid ten minste éénmaal overleg is gepleegd in een overlegvergadering. Ten aanzien van de bespreking van het voorgenomen besluit in de overlegvergadering is artikel 24, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

5. Indien na het advies van de ondernemingsraad een besluit als in het eerste lid bedoeld wordt genomen, wordt de ondernemingsraad door de ondernemer zo spoedig mogelijk van het besluit schriftelijk in kennis gesteld. Indien het advies van de ondernemingsraad niet of niet geheel is gevolgd, wordt aan de ondernemingsraad tevens meegedeeld, waarom van dat advies is afgeweken. Voor zover de ondernemingsraad daarover nog niet heeft geadviseerd, wordt voorts het advies van de ondernemingsraad ingewonnen over de uitvoering van het besluit.

6. Tenzij het besluit van de ondernemer overeenstemt met het advies van de ondernemingsraad, is de ondernemer verplicht de uitvoering van zijn besluit op te schorten tot een maand na de dag waarop de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld. De verplichting vervalt wanneer de ondernemingsraad zulks te kennen geeft.

Gerelateerde rechtspraak

Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2000:AA4735

ECLI:NL:HR:2000:AA473526 januari 2000Dit wetsartikel wordt 32 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2000:AA4734

ECLI:NL:HR:2000:AA473426 januari 2000Dit wetsartikel wordt 31 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2016:604 - Ontslagbescherming geldt ook voor lid van niet-formeel voortgezette ondernemingsraad

ECLI:NL:HR:2016:6048 april 2016Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak

Een werknemer geniet ontslagbescherming als lid van een ondernemingsraad (OR), zelfs als de OR formeel niet meer aan de wettelijke eisen voldoet. Doorslaggevend is dat de werkgever de OR, ondanks de gebreken, als zodanig is blijven behandelen en inschakelen.

Civiel RechtArbeidsrecht
Hoge Raad10x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2013:1139

ECLI:NL:HR:2013:11398 november 2013Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht
StaatsrechtStaatsorganisatie
Hoge Raad3x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2017:982 - Adviesrecht ondernemingsraad geldt in beginsel ook tijdens faillissement

ECLI:NL:HR:2017:9822 juni 2017Dit wetsartikel wordt 7 keer genoemd in deze uitspraak

Het faillissement van een onderneming heft de medezeggenschapsrechten uit de Wet op de ondernemingsraden (WOR) niet op. De curator is in beginsel gebonden aan het adviesrecht van de ondernemingsraad, met name bij een besluit tot een doorstart waarbij werkgelegenheid behouden kan blijven.

Civiel RechtInsolventierecht, Ondernemingsrecht, Arbeidsrecht
Hoge Raad

ECLI:NL:HR:2023:1514

ECLI:NL:HR:2023:15143 november 2023Dit wetsartikel wordt 8 keer genoemd in deze uitspraak
Hoge Raad4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2019:397 - Bovenwettelijk adviesrecht OR doorbreekt primaat van de politiek niet

ECLI:NL:HR:2019:39722 maart 2019Dit wetsartikel wordt 4 keer genoemd in deze uitspraak

Een bovenwettelijk adviesrecht, toegekend aan een ondernemingsraad voor een politiek besluit dat onder art. 46d WOR valt, creëert geen recht van beroep bij de ondernemingskamer. Het primaat van de politiek prevaleert boven de algemene regeling van art. 32 lid 4 WOR.

Civiel RechtArbeidsrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad5x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2002:AD9856

ECLI:NL:HR:2002:AD98561 maart 2002Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Civiel RechtArbeidsrecht
BestuursrechtBestuursprocesrecht
Hoge Raad1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:HR:2001:AB2177

ECLI:NL:HR:2001:AB21776 juni 2001Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak