Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 4. Veilig Thuis
§ 3. Toezicht en handhaving
Artikel 4.3.1

Artikel 4.3.1

Laatste versie

1. Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet met betrekking tot Veilig Thuis gestelde regels zijn belast de door Onze Minister en Onze Minister voor Rechtsbescherming aangewezen ambtenaren.

2. De aan de met het toezicht belaste ambtenaren toekomende bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 5:16 en 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht, hebben mede betrekking op dossiers.

3. Voor zover de betrokken beroepsbeoefenaar uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding van het dossier verplicht is, kan de beroepsbeoefenaar deze verplichting, in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, niet inroepen tegenover de met het toezicht belaste ambtenaren. Op deze ambtenaren rust dezelfde geheimhoudingsplicht als op de betrokken beroepsbeoefenaar.