Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 2. Maatschappelijke ondersteuning
§ 1. Opdracht gemeente
Artikel 2.1.3

Artikel 2.1.3

Laatste versie

1. De gemeenteraad stelt bij verordening de regels vast die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het in artikel 2.1.2 bedoelde plan en de door het college ter uitvoering daarvan te nemen besluiten of te verrichten handelingen.

2. In de verordening wordt in ieder geval bepaald:

a. op welke wijze en op basis van welke criteria wordt vastgesteld of een cliënt voor een maatwerkvoorziening voor zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen of opvang in aanmerking komt; b. op welke wijze de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld waarbij geldt dat de hoogte toereikend moet zijn; c. welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen; d. ten aanzien van welke voorzieningen een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten vereist is; e. ten aanzien van welke voorzieningen een regeling voor medezeggenschap van cliënten over voorgenomen besluiten van de aanbieder die voor de gebruikers van belang zijn, vereist is.

3. In de verordening wordt bepaald op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop zij:

a. in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen; b. vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen; c. worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen; d. deel kunnen nemen aan periodiek overleg; e. onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden; f. worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

4. In de verordening worden regels gesteld voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een maatwerkvoorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBZWB:2024:4238 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 19 juni 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:423819 juni 2024Dit wetsartikel wordt 6 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:4249 - Rechtbank Overijssel - 8 augustus 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:42498 augustus 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Overijssel

ECLI:NL:RBOVE:2024:2940 - Rechtbank Overijssel - 4 juni 2024

ECLI:NL:RBOVE:2024:29404 juni 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant

ECLI:NL:RBZWB:2024:7368 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 28 oktober 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:736828 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:15720 - Rechtbank Den Haag - 9 oktober 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:157209 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2024:1905 - Centrale Raad van Beroep - 8 oktober 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:19058 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2024:1893 - Centrale Raad van Beroep - 1 oktober 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:18931 oktober 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:6327 - Rechtbank Limburg - 16 september 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:632716 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Limburg

ECLI:NL:RBLIM:2024:6323 - Rechtbank Limburg - 16 september 2024

ECLI:NL:RBLIM:2024:632316 september 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep

ECLI:NL:CRVB:2024:1398 - Centrale Raad van Beroep - 9 juli 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:13989 juli 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak