Terug naar bibliotheek
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen en algemene bepalingen
§ 2. Algemene bepalingen
Artikel 1.2.1

Artikel 1.2.1

Laatste versie

Een ingezetene van Nederland komt overeenkomstig de bepalingen van deze wet in aanmerking voor een maatwerkvoorziening, bestaande uit: a. door het college van de gemeente waarvan hij ingezetene is, te verstrekken ondersteuning van zijn zelfredzaamheid en participatie, voor zover hij in verband met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk voldoende zelfredzaam is of in staat is tot participatie, b. beschermd wonen, te verstrekken door het college van de gemeente tot welke hij zich wendt, voor zover hij in verband met psychische of psychosociale problemen niet in staat is zich op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te handhaven in de samenleving, dan wel c. opvang, te verstrekken door het college van de gemeente tot welke hij zich wendt, indien hij de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, en niet in staat is zich op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk te handhaven in de samenleving.

Gerelateerde rechtspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant1x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBZWB:2024:4905 - Rechtbank Zeeland-West-Brabant - 15 juli 2024

ECLI:NL:RBZWB:2024:490515 juli 2024Dit wetsartikel wordt 3 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep4x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CRVB:2024:183 - Centrale Raad van Beroep - 17 januari 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:18317 januari 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Centrale Raad van Beroep6x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:CRVB:2024:56 - Centrale Raad van Beroep - 9 januari 2024

ECLI:NL:CRVB:2024:569 januari 2024Dit wetsartikel wordt 1 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam2x keer aangehaald in latere zaken

ECLI:NL:RBAMS:2024:3170 - Rechtbank Amsterdam - 2 juni 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:31702 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Rotterdam

ECLI:NL:RBROT:2024:6488 - Rechtbank Rotterdam - 15 juli 2024

ECLI:NL:RBROT:2024:648815 juli 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Den Haag

ECLI:NL:RBDHA:2024:10562 - Rechtbank Den Haag - 26 juni 2024

ECLI:NL:RBDHA:2024:1056226 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:3838 - Rechtbank Amsterdam - 24 juni 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:383824 juni 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Noord-Holland

ECLI:NL:RBNHO:2024:4747 - Rechtbank Noord-Holland - 1 mei 2024

ECLI:NL:RBNHO:2024:47471 mei 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:2302 - Rechtbank Amsterdam - 25 april 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:230225 april 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak
Rechtbank Amsterdam

ECLI:NL:RBAMS:2024:1848 - Rechtbank Amsterdam - 27 maart 2024

ECLI:NL:RBAMS:2024:184827 maart 2024Dit wetsartikel wordt 2 keer genoemd in deze uitspraak