Artikel 6:11
1. De ondernemingskamer behandelt het verzoek tot vaststelling van de schadeloosstelling op de voet van de rechtspleging in burgerlijke zaken.
2. De ondernemingskamer stelt de schadeloosstelling vast overeenkomstig het aanbod van Onze Minister, tenzij zij aannemelijk acht dat het aanbod geen volledige vergoeding vormt voor de door betrokkene geleden schade.
3. Indien het aanbod van Onze Minister geen volledige vergoeding vormt van de door betrokkene geleden schade, stelt de ondernemingskamer met inachtneming van de artikelen 6:8 en 6:9 voor betrokkene een hogere schadeloosstelling vast.
4. De ondernemingskamer geeft omtrent de kosten van het geding zodanige uitspraak als zij meent dat behoort. Een rechthebbende op schadeloosstelling die geen verweer heeft gevoerd, wordt niet verwezen in de kosten.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2015:661
ECLI:NL:HR:2023:649 - SNS Onteigening: Waardering Achtergestelde Leningen en Toekomstperspectief
De Hoge Raad bekrachtigt de schadeloosstelling voor onteigende SNS-effecten. De waardebepaling, gebaseerd op een objectief toekomstperspectief (langjarige run-off) en een specifieke uitleg van achterstellingsclausules, wordt door de Hoge Raad niet als onjuist of onbegrijpelijk beschouwd, waarmee de feitelijke beoordelingsruimte van de Ondernemingskamer wordt gerespecteerd.
ECLI:NL:HR:2023:839 - Gedwongen Aandelenoverdracht: Actieve Rol Rechter bij Bepalen Schadeloosstelling
Bij een gedwongen aandelenoverdracht onder de Wft heeft de rechter, net als in onteigeningszaken, een zelfstandige, actieve rol in het vaststellen van de schadeloosstelling. De rechter is niet gebonden aan de standpunten van partijen en moet ambtshalve onderzoek doen.