Artikel 6:10
1. De schadeloosstelling wordt vastgesteld door de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam.
2. Onze Minister doet zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk zeven dagen nadat het besluit tot onteigening onherroepelijk is geworden, een aanbod tot schadeloosstelling en verzoekt de ondernemingskamer de schadeloosstelling overeenkomstig dat aanbod vast te stellen.
3. Van het aanbod tot schadeloosstelling wordt door Onze Minister mededeling gedaan aan degene aan wie ingevolge artikel 6:8, eerste of vierde lid, het recht op schadeloosstelling toekomt. In daarvoor in aanmerking komende gevallen geschiedt de mededeling overeenkomstig artikel 5:25m, eerste en tweede lid.
Gerelateerde rechtspraak
ECLI:NL:HR:2018:511 - Onteigening SNS-aandelen en de individuele en buitensporige last van de box 3-heffing
De Hoge Raad oordeelt dat een box 3-heffing op vermogen dat kort na de peildatum door de staat is onteigend, een individuele en buitensporige last kan vormen. De onteigening is een relevante omstandigheid bij de beoordeling van de last onder artikel 1 EP.
ECLI:NL:HR:2015:661
ECLI:NL:HR:2023:649 - SNS Onteigening: Waardering Achtergestelde Leningen en Toekomstperspectief
De Hoge Raad bekrachtigt de schadeloosstelling voor onteigende SNS-effecten. De waardebepaling, gebaseerd op een objectief toekomstperspectief (langjarige run-off) en een specifieke uitleg van achterstellingsclausules, wordt door de Hoge Raad niet als onjuist of onbegrijpelijk beschouwd, waarmee de feitelijke beoordelingsruimte van de Ondernemingskamer wordt gerespecteerd.
ECLI:NL:HR:2017:2904
ECLI:NL:HR:2023:839 - Gedwongen Aandelenoverdracht: Actieve Rol Rechter bij Bepalen Schadeloosstelling
Bij een gedwongen aandelenoverdracht onder de Wft heeft de rechter, net als in onteigeningszaken, een zelfstandige, actieve rol in het vaststellen van de schadeloosstelling. De rechter is niet gebonden aan de standpunten van partijen en moet ambtshalve onderzoek doen.