Artikel 6:4:18 (Schikking ontneming voordeel termijnen rechtsgevolgen)
1. Indien het openbaar ministerie overeenkomstig artikel 511c een schikking met de verdachte of veroordeelde aangaat, bepaalt het de termijn waarbinnen aan de termen van die schikking moet worden voldaan. Tot dat tijdstip is de termijn waarbinnen ingevolge artikel 511b, eerste lid, een vordering aanhangig moet zijn gemaakt geschorst. Door voldoening aan die termen vervalt het recht tot indiening van de vordering of is, indien die vordering reeds is ingediend, de zaak van rechtswege geëindigd.
2. Indien na voldoening aan die termen blijkt van omstandigheden die de toepasselijkheid van de maatregel, bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, zouden hebben uitgesloten, kan de gewezen verdachte of veroordeelde het openbaar ministerie verzoeken om teruggave van betaalde geldbedragen of overgedragen voorwerpen.
3. Het verzoek, bedoeld in het tweede lid, kan niet meer worden gedaan nadat drie jaren zijn verstreken sedert de dag waarop het bedrag of het laatste gedeelte daarvan, is betaald.
Uitleg in duidelijke taal
1. Indien het openbaar ministerie overeenkomstig artikel 511c een schikking met de verdachte of veroordeelde aangaat, bepaalt het de termijn waarbinnen aan de termen van die schikking moet worden voldaan. Tot dat tijdstip is de termijn waarbinnen ingevolge artikel 511b, eerste lid, een vordering aanhangig moet zijn gemaakt geschorst. Door voldoening aan die termen vervalt het recht tot indiening van de vordering of is, indien die vordering reeds is ingediend, de zaak van rechtswege geëindigd.
Dit betekent letterlijk: Wanneer het openbaar ministerie conform artikel 511c een schikking treft met de verdachte of veroordeelde, stelt het openbaar ministerie de termijn vast waarbinnen aan de voorwaarden (termen) van die schikking moet zijn voldaan. Tot het moment van voldoening wordt de termijn, waarbinnen krachtens artikel 511b, eerste lid, een vordering tot ontneming aanhangig gemaakt had moeten zijn, opgeschort (geschorst). Als aan de voorwaarden van de schikking is voldaan, vervalt het recht om de ontnemingsvordering in te dienen. Indien die vordering al was ingediend, dan eindigt de zaak automatisch (van rechtswege).
2. Indien na voldoening aan die termen blijkt van omstandigheden die de toepasselijkheid van de maatregel, bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, zouden hebben uitgesloten, kan de gewezen verdachte of veroordeelde het openbaar ministerie verzoeken om teruggave van betaalde geldbedragen of overgedragen voorwerpen.
Dit betekent letterlijk: Als na voldoening aan de voorwaarden (termen) van de schikking blijkt van omstandigheden die de toepassing van de maatregel tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht) zouden hebben verhinderd (uitgesloten), dan kan de voormalige (gewezen) verdachte of veroordeelde het openbaar ministerie vragen om de betaalde geldbedragen of de overgedragen voorwerpen terug te geven.
3. Het verzoek, bedoeld in het tweede lid, kan niet meer worden gedaan nadat drie jaren zijn verstreken sedert de dag waarop het bedrag of het laatste gedeelte daarvan, is betaald.
Dit betekent letterlijk: Het verzoek om teruggave, zoals omschreven in het tweede lid, kan niet meer worden ingediend nadat er drie jaren zijn voorbijgegaan (verstreken) sinds (sedert) de dag waarop het volledige bedrag, of het laatste deel daarvan, is betaald.