Terug naar bibliotheek
Vijfde Boek. Internationale en Europese strafrechtelijke samenwerking
Titel 4. Europees onderzoeksbevel
Tweede afdeling. Uitvoering van een Europees onderzoeksbevel
Artikel 5.4.9. (Overdracht resultaten)

Artikel 5.4.9. (Overdracht resultaten) (Overdracht resultaten Europees onderzoeksbevel)

Laatste versie

1. De officier van justitie stelt de resultaten van de uitvoering van het Europees onderzoeksbevel zo spoedig mogelijk ter beschikking aan de uitvaardigende autoriteit. Indien overeenkomstig artikel 5.4.10 een klaagschrift is ingediend of nog kan worden ingediend, vindt de overdracht van de resultaten eerst plaats nadat onherroepelijk is beslist op het klaagschrift.

2. De officier van justitie kan bij de afgifte aan de uitvaardigende autoriteit bedingen, dat over te dragen bewijsmateriaal zal worden teruggezonden zodra daarvan het voor de strafvordering nodige gebruik is gemaakt.

3. In afwijking van het eerste lid, kan indien de uitvaardigende autoriteit voldoende heeft gemotiveerd dat een onmiddellijke overdracht essentieel is voor het goede verloop van het onderzoek of voor de bescherming van de individuele rechten, aan de uitvaardigende autoriteit bewijsmateriaal vergaard ter uitvoering van het bevel voorlopig ter beschikking worden gesteld, indien en voor zover dit geen ernstige en onomkeerbare schade toebrengt aan de belangen van de belanghebbende. De voorlopige terbeschikkingstelling vindt plaats onder de voorwaarden dat het Nederlandse recht onverkort blijft gelden ten aanzien van de overhandigde resultaten en dat het gebruik daarvan als bewijsmiddel pas mogelijk is nadat deze definitief ter beschikking worden gesteld.

4. Indien de over te dragen resultaten van de uitvoering van het bevel van belang zijn voor andere procedures, kan de officier van justitie op uitdrukkelijk verzoek van en na overleg met de uitvaardigende autoriteit, bewijsmateriaal ter beschikking stellen aan de uitvaardigende autoriteit onder de voorwaarde dat het wordt teruggezonden wanneer de uitvaardigende autoriteit dat niet meer nodig heeft, dan wel op een ander door de bevoegde autoriteiten afgesproken tijdstip.

Uitleg in duidelijke taal

1. De officier van justitie stelt de resultaten van de uitvoering van het Europees onderzoeksbevel zo spoedig mogelijk ter beschikking aan de uitvaardigende autoriteit. Indien overeenkomstig artikel 5.4.10 een klaagschrift is ingediend of nog kan worden ingediend, vindt de overdracht van de resultaten eerst plaats nadat onherroepelijk is beslist op het klaagschrift.

Dit betekent letterlijk: De officier van justitie zorgt ervoor dat de resultaten die voortkomen uit de uitvoering van een Europees onderzoeksbevel zo snel als mogelijk beschikbaar worden gesteld aan de autoriteit die het bevel heeft uitgevaardigd. Als er conform artikel 5.4.10 een klaagschrift is ingediend, of als de termijn voor het indienen van een klaagschrift nog loopt, dan worden de resultaten pas overgedragen nadat er een definitieve (onherroepelijke) beslissing op dat klaagschrift is genomen.

2. De officier van justitie kan bij de afgifte aan de uitvaardigende autoriteit bedingen, dat over te dragen bewijsmateriaal zal worden teruggezonden zodra daarvan het voor de strafvordering nodige gebruik is gemaakt.

Dit betekent letterlijk: Wanneer de officier van justitie bewijsmateriaal overhandigt aan de uitvaardigende autoriteit, kan hij als voorwaarde stellen (bedingen) dat dit bewijsmateriaal teruggestuurd moet worden zodra het niet langer nodig is voor de strafrechtelijke procedure (strafvordering).

3. In afwijking van het eerste lid, kan indien de uitvaardigende autoriteit voldoende heeft gemotiveerd dat een onmiddellijke overdracht essentieel is voor het goede verloop van het onderzoek of voor de bescherming van de individuele rechten, aan de uitvaardigende autoriteit bewijsmateriaal vergaard ter uitvoering van het bevel voorlopig ter beschikking worden gesteld, indien en voor zover dit geen ernstige en onomkeerbare schade toebrengt aan de belangen van de belanghebbende. De voorlopige terbeschikkingstelling vindt plaats onder de voorwaarden dat het Nederlandse recht onverkort blijft gelden ten aanzien van de overhandigde resultaten en dat het gebruik daarvan als bewijsmiddel pas mogelijk is nadat deze definitief ter beschikking worden gesteld.

Dit betekent letterlijk: In uitzondering op wat in het eerste lid staat, kan bewijsmateriaal dat is verzameld via het Europees onderzoeksbevel alvast (voorlopig) aan de uitvaardigende autoriteit worden gegeven. Dit kan alleen als de uitvaardigende autoriteit goed heeft uitgelegd (voldoende heeft gemotiveerd) waarom een directe (onmiddellijke) overdracht cruciaal (essentieel) is voor een goed verloop van het onderzoek of voor de bescherming van individuele rechten. Een andere voorwaarde is dat deze voorlopige overdracht geen ernstige en blijvende (onomkeerbare) schade veroorzaakt aan de belangen van de persoon of partij die hierbij betrokken is (belanghebbende). Deze voorlopige beschikbaarstelling gebeurt onder de strikte voorwaarden dat het Nederlandse recht volledig van toepassing blijft op de overgedragen resultaten en dat deze resultaten pas als bewijs mogen worden gebruikt nadat ze definitief beschikbaar zijn gesteld.

4. Indien de over te dragen resultaten van de uitvoering van het bevel van belang zijn voor andere procedures, kan de officier van justitie op uitdrukkelijk verzoek van en na overleg met de uitvaardigende autoriteit, bewijsmateriaal ter beschikking stellen aan de uitvaardigende autoriteit onder de voorwaarde dat het wordt teruggezonden wanneer de uitvaardigende autoriteit dat niet meer nodig heeft, dan wel op een ander door de bevoegde autoriteiten afgesproken tijdstip.

Dit betekent letterlijk: Als de resultaten van de uitvoering van het Europees onderzoeksbevel ook belangrijk zijn voor andere juridische procedures, kan de officier van justitie besluiten om dit bewijsmateriaal aan de uitvaardigende autoriteit te geven. Dit gebeurt alleen op een expliciet (uitdrukkelijk) verzoek van de uitvaardigende autoriteit en nadat er overleg heeft plaatsgevonden. Er wordt dan als voorwaarde gesteld dat het bewijsmateriaal wordt teruggestuurd zodra de uitvaardigende autoriteit het niet meer nodig heeft, of op een ander moment dat door de bevoegde autoriteiten gezamenlijk is afgesproken.

Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd

1 uitspraak gevonden