Terug naar bibliotheek
Derde Boek. Rechtsmiddelen
A. Gewone rechtsmiddelen
Titel VI. Intrekking en afstand van gewone rechtsmiddelen
Artikel 454

Artikel 454 (Verklaring intrekking en afstand rechtsmiddelen)

Laatste versie

1. Intrekking en afstand geschieden door eene verklaring, af te leggen op de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de beslissing is gegeven of de handeling is verricht.

2. In het geval van artikel 453, tweede lid, wordt de verklaring afgelegd op de griffie van het gerechtshof. De griffier van het gerechtshof doet hiervan mededeling aan de griffier van het gerecht, bedoeld in het eerste lid.

3. De artikelen 450 en 451 zijn van overeenkomstige toepassing.

4. Intrekking en afstand kunnen door degene die is ingesloten in een van de in artikel 451a, eerste lid, genoemde gestichten ook geschieden door middel van een schriftelijke verklaring die hij doet toekomen aan het hoofd van het gesticht; artikel 451a, tweede, derde, en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

5. Met betrekking tot de intrekking en afstand van het hoger beroep, ingesteld door een getuige op de voet van het bepaalde in artikel 226b, tweede lid, is artikel 451b van overeenkomstige toepassing.

Uitleg in duidelijke taal

1. Intrekking en afstand geschieden door eene verklaring, af te leggen op de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de beslissing is gegeven of de handeling is verricht.

Dit lid bepaalt dat intrekking en afstand plaatsvinden (geschieden) door middel van een verklaring. Deze verklaring moet worden afgelegd (af te leggen) op de griffie van het gerecht waar de beslissing is genomen (gegeven) of de handeling is uitgevoerd (verricht).

2. In het geval van artikel 453, tweede lid, wordt de verklaring afgelegd op de griffie van het gerechtshof. De griffier van het gerechtshof doet hiervan mededeling aan de griffier van het gerecht, bedoeld in het eerste lid.

Dit lid specificeert dat, indien de situatie van artikel 453, tweede lid, van toepassing is, de verklaring wordt afgelegd op de griffie van het gerechtshof. De griffier van dit gerechtshof informeert (doet mededeling) hierover de griffier van het gerecht dat in het eerste lid van dit artikel wordt genoemd.

3. De artikelen 450 en 451 zijn van overeenkomstige toepassing.

Dit lid stelt dat de bepalingen van de artikelen 450 en 451 op eenzelfde wijze (van overeenkomstige toepassing) gelden in deze context.

4. Intrekking en afstand kunnen door degene die is ingesloten in een van de in artikel 451a, eerste lid, genoemde gestichten ook geschieden door middel van een schriftelijke verklaring die hij doet toekomen aan het hoofd van het gesticht; artikel 451a, tweede, derde, en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Dit lid geeft aan dat een persoon die gedetineerd is (is ingesloten) in een van de instellingen (gestichten) genoemd in artikel 451a, eerste lid, intrekking en afstand ook kan doen middels een schriftelijke verklaring. Deze verklaring moet hij overhandigen of toesturen (doet toekomen) aan het hoofd van de desbetreffende instelling. De bepalingen van artikel 451a, tweede, derde en vierde lid, zijn hierbij op eenzelfde wijze (van overeenkomstige toepassing) geldig.

5. Met betrekking tot de intrekking en afstand van het hoger beroep, ingesteld door een getuige op de voet van het bepaalde in artikel 226b, tweede lid, is artikel 451b van overeenkomstige toepassing.

Dit lid bepaalt dat voor de intrekking en afstand van een hoger beroep, dat door een getuige is ingesteld conform (op de voet van) de bepalingen in artikel 226b, tweede lid, artikel 451b op eenzelfde wijze (van overeenkomstige toepassing) geldt.