Terug naar bibliotheek
Eerste Boek. Algemeene bepalingen
Titel III. De raadsman
Eerste afdeling. Optreden raadsman
Artikel 39

Artikel 39 (Aanwijzing raadsman door raad voor rechtsbijstand)

Laatste versie

1. Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand wijst na de kennisgeving, bedoeld in artikel 28b, eerste en tweede lid, of na de mededeling dat een verdachte in verzekering is gesteld voor wie niet eerder een raadsman is aangewezen, een raadsman aan.

2. De verdachte kan een voorkeur voor een bepaalde raadsman kenbaar maken.

3. De krachtens het eerste lid aangewezen raadsman treedt ook op als raadsman voor de verdachte tijdens de behandeling door de rechtbank van het hoger beroep van de officier van justitie als bedoeld in artikel 59c.

4. De aanwijzing eindigt met het aflopen van het ophouden voor onderzoek, dan wel van de inverzekeringstelling en de eventuele verlenging.

Uitleg in duidelijke taal

1. Het bestuur van de raad voor rechtsbijstand wijst na de kennisgeving, bedoeld in artikel 28b, eerste en tweede lid, of na de mededeling dat een verdachte in verzekering is gesteld voor wie niet eerder een raadsman is aangewezen, een raadsman aan.

Dit betekent dat het bestuur van de raad voor rechtsbijstand een raadsman aanwijst. Dit gebeurt na de kennisgeving, bedoeld in artikel 28b, eerste en tweede lid, of na de mededeling dat een verdachte in verzekering is gesteld voor wie nog geen raadsman was aangewezen.

2. De verdachte kan een voorkeur voor een bepaalde raadsman kenbaar maken.

Dit houdt in dat de verdachte mag aangeven (een voorkeur kenbaar maken) voor een specifieke (bepaalde) raadsman.

3. De krachtens het eerste lid aangewezen raadsman treedt ook op als raadsman voor de verdachte tijdens de behandeling door de rechtbank van het hoger beroep van de officier van justitie als bedoeld in artikel 59c.

Dit betekent dat de raadsman die krachtens het eerste lid is aangewezen, ook zal optreden als raadsman voor de verdachte. Dit gebeurt tijdens de behandeling door de rechtbank van het hoger beroep van de officier van justitie zoals bedoeld in artikel 59c.

4. De aanwijzing eindigt met het aflopen van het ophouden voor onderzoek, dan wel van de inverzekeringstelling en de eventuele verlenging.

Dit bepaalt dat de aanwijzing van de raadsman eindigt wanneer het ophouden voor onderzoek afloopt, of wanneer de inverzekeringstelling en een mogelijke (eventuele) verlenging daarvan aflopen.