Artikel 339 (Wettige bewijsmiddelen en algemene bekendheid)
1. Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:
1°. eigen waarneming van den rechter; 2°. verklaringen van den verdachte; 3°. verklaringen van een getuige; 4°. verklaringen van een deskundige; 5°. schriftelijke bescheiden.
2. Feiten of omstandigheden van algemeene bekendheid behoeven geen bewijs.
Uitleg in duidelijke taal
1. Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:
Dit betekent dat uitsluitend de hierna genoemde middelen als geldig bewijs in een rechtszaak worden aanvaard.
1°. eigen waarneming van den rechter;
Dit betreft wat de rechter zelf heeft gezien of gehoord.
2°. verklaringen van den verdachte;
Dit zijn de uitlatingen die de verdachte persoon heeft gedaan.
3°. verklaringen van een getuige;
Dit omvat de verklaringen afgelegd door een getuige.
4°. verklaringen van een deskundige;
Hieronder vallen de verklaringen van een specialist of expert.
5°. schriftelijke bescheiden.
Dit zijn documenten en andere geschreven stukken.
2. Feiten of omstandigheden van algemeene bekendheid behoeven geen bewijs.
Dit houdt in dat zaken die algemeen bekend zijn, of omstandigheden waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze waar zijn, niet bewezen hoeven te worden.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:1028 - Conclusie Advocaat-Generaal: opzet drugstransport en strafverzwarende professionele verborgen ruimte - 23 september 2025
De A-G concludeert dat het vervoeren van bijna twee kilo cocaïne in een professioneel verborgen ruimte voldoende is om opzet te bewijzen. Het hof mocht de aanwezigheid van deze ruimte, die duidt op geraffineerdheid en professionaliteit, als een aanmerkelijk strafverzwarende omstandigheid meewegen.