Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel VI. Behandeling van de zaak door de rechtbank
Derde afdeeling. Bewijs
Artikel 339

Artikel 339 (Wettige bewijsmiddelen en algemene bekendheid)

Laatste versie

1. Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:

1°. eigen waarneming van den rechter; 2°. verklaringen van den verdachte; 3°. verklaringen van een getuige; 4°. verklaringen van een deskundige; 5°. schriftelijke bescheiden.

2. Feiten of omstandigheden van algemeene bekendheid behoeven geen bewijs.

Uitleg in duidelijke taal

1. Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:

Dit betekent dat uitsluitend de hierna genoemde middelen als geldig bewijs in een rechtszaak worden aanvaard.

1°. eigen waarneming van den rechter;

Dit betreft wat de rechter zelf heeft gezien of gehoord.

2°. verklaringen van den verdachte;

Dit zijn de uitlatingen die de verdachte persoon heeft gedaan.

3°. verklaringen van een getuige;

Dit omvat de verklaringen afgelegd door een getuige.

4°. verklaringen van een deskundige;

Hieronder vallen de verklaringen van een specialist of expert.

5°. schriftelijke bescheiden.

Dit zijn documenten en andere geschreven stukken.

2. Feiten of omstandigheden van algemeene bekendheid behoeven geen bewijs.

Dit houdt in dat zaken die algemeen bekend zijn, of omstandigheden waarvan algemeen wordt aangenomen dat ze waar zijn, niet bewezen hoeven te worden.