Artikel 226k (Toezegging OvJ veroordeelde getuige gratieadvies)
1. De artikelen 226g tot en met 226j zijn van overeenkomstige toepassing indien de officier van justitie voornemens is een afspraak te maken met een veroordeelde die bereid is een getuigenverklaring af te leggen, in ruil voor de toezegging van de officier van justitie dat deze bij de indiening van een verzoekschrift om gratie een positief advies tot vermindering van de opgelegde straf met maximaal de helft zal uitbrengen. De voorwaarden voor het uitbrengen van een positief advies zijn dezelfde als genoemd in artikel 44a van het Wetboek van Strafrecht voor het vorderen en toepassen van strafvermindering.
2. Bij het op schrift stellen van de voorgenomen afspraak geldt niet het vereiste genoemd in artikel 226g, tweede lid, onder b.
Uitleg in duidelijke taal
1. De artikelen 226g tot en met 226j zijn van overeenkomstige toepassing indien de officier van justitie voornemens is een afspraak te maken met een veroordeelde die bereid is een getuigenverklaring af te leggen, in ruil voor de toezegging van de officier van justitie dat deze bij de indiening van een verzoekschrift om gratie een positief advies tot vermindering van de opgelegde straf met maximaal de helft zal uitbrengen. De voorwaarden voor het uitbrengen van een positief advies zijn dezelfde als genoemd in artikel 44a van het Wetboek van Strafrecht voor het vorderen en toepassen van strafvermindering.
Dit betekent dat de artikelen 226g tot en met 226j op een vergelijkbare manier (van overeenkomstige toepassing zijn) gelden als de officier van justitie van plan is (voornemens is) een afspraak te maken met een persoon die al veroordeeld is (een veroordeelde). Deze veroordeelde moet bereid zijn een getuigenverklaring af te leggen. Deze afspraak wordt gemaakt in ruil voor de toezegging van de officier van justitie dat hij, bij de indiening van een verzoekschrift om gratie, een positief advies zal geven voor vermindering van de opgelegde straf met maximaal de helft. De voorwaarden waaronder zo'n positief advies mag worden uitgebracht, zijn gelijk aan de voorwaarden die in artikel 44a van het Wetboek van Strafrecht worden genoemd voor het vorderen en toepassen van strafvermindering.
2. Bij het op schrift stellen van de voorgenomen afspraak geldt niet het vereiste genoemd in artikel 226g, tweede lid, onder b.
Dit houdt in dat wanneer de voorgenomen afspraak op papier wordt gezet (op schrift stellen), een specifiek vereiste uit artikel 226g, tweede lid, onder b, niet geldt.
Rechtspraak waarin dit artikel wordt benoemd
ECLI:NL:PHR:2025:775 - Parket bij de Hoge Raad - 8 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:776 - Parket bij de Hoge Raad - 8 juli 2025
ECLI:NL:PHR:2025:777 - Parket bij de Hoge Raad - 8 juli 2025
ECLI:NL:HR:2025:1368 - Hoge Raad past artikel 81 RO toe in moordzaak zwembad Marum - 23 september 2025
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep met toepassing van artikel 81 lid 1 van de Wet RO. De klachten over bewijs, kroongetuigen en procesorde behoeven geen inhoudelijke motivering. Overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase leidt niet tot strafvermindering maar enkel tot constatering daarvan.