Terug naar bibliotheek
Tweede Boek. Strafvordering in eersten aanleg
Titel III. Onderzoek door de rechter-commissaris
Vierde afdeeling. Het verhoor van den getuige
Artikel 219

Artikel 219 (Verschoningsrecht getuige bij zelfincriminatie naasten)

Laatste versie

De getuige kan zich verschoonen van het beantwoorden eener hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf of een zijner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar eener strafrechtelijke veroordeeling zou blootstellen.

Uitleg in duidelijke taal

De getuige kan zich verschoonen van het beantwoorden eener hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf of een zijner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar eener strafrechtelijke veroordeeling zou blootstellen.

Dit artikel bepaalt dat een getuige het recht heeft om te weigeren (zich te verschoonen) een aan hem gestelde vraag te beantwoorden. Deze weigering is toegestaan indien het beantwoorden van die vraag de getuige zelf, of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad, of zijn huidige of voormalige echtgenoot dan wel zijn huidige of voormalige geregistreerde partner, zou blootstellen aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeeling.