Artikel 219 (Verschoningsrecht getuige bij zelfincriminatie naasten)
De getuige kan zich verschoonen van het beantwoorden eener hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf of een zijner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar eener strafrechtelijke veroordeeling zou blootstellen.
Uitleg in duidelijke taal
De getuige kan zich verschoonen van het beantwoorden eener hem gestelde vraag, indien hij daardoor of zichzelf of een zijner bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad of zijn echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner aan het gevaar eener strafrechtelijke veroordeeling zou blootstellen.
Dit artikel bepaalt dat een getuige het recht heeft om te weigeren (zich te verschoonen
) een aan hem gestelde vraag te beantwoorden. Deze weigering is toegestaan indien het beantwoorden van die vraag de getuige zelf, of een van zijn bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de zijlijn in den tweeden of derden graad
, of zijn huidige of voormalige echtgenoot
dan wel zijn huidige of voormalige geregistreerde partner
, zou blootstellen aan het gevaar van een strafrechtelijke veroordeeling
.