Artikel 217 (Verschoningsrecht getuigen familieleden verdachte)
Van het geven van getuigenis of van het beantwoorden van bepaalde vragen kunnen zich verschoonen: 1°. des verdachten of mede-verdachten bloed- of aanverwanten in de rechte lijn; 2°. des verdachten of mede-verdachten bloed- of aanverwanten in de zijlijn tot den derden graad ingesloten; 3°. des verdachten of mede-verdachten echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner.
Uitleg in duidelijke taal
Van het geven van getuigenis of van het beantwoorden van bepaalde vragen kunnen zich verschoonen:
Dit betekent dat de hierna genoemde personen zich mogen onthouden van het afleggen van een getuigenis of van het beantwoorden van specifieke vragen.
1°. des verdachten of mede-verdachten bloed- of aanverwanten in de rechte lijn;
Dit zijn de bloedverwanten of aanverwanten in de rechte lijn (zoals ouders, kinderen, grootouders, kleinkinderen) van de verdachte of van mede-verdachten.
2°. des verdachten of mede-verdachten bloed- of aanverwanten in de zijlijn tot den derden graad ingesloten;
Dit zijn de bloedverwanten of aanverwanten in de zijlijn (zoals broers, zussen, ooms, tantes, neven en nichten) van de verdachte of van mede-verdachten, tot en met de derde graad.
3°. des verdachten of mede-verdachten echtgenoot of eerdere echtgenoot dan wel geregistreerde partner of eerdere geregistreerde partner.
Dit betreft de echtgenoot of de eerdere echtgenoot, alsook de geregistreerde partner of de eerdere geregistreerde partner van de verdachte of van mede-verdachten.